VEILIGHEID
Lees de veiligheidsinstructies in het aparte boek-
je dat meegeleverd wordt met het apparaat.
EERSTE GEBRUIK
Verwijder alle beschermfolies.
Plaats de meegeleverde 2 x AAA-batterijen in het
batterijvak [09].
WERKINGSTEST
Voer voor gebruik een werkingstest uit. Sluit de
handtestsonde [01] en vaste testsonde [02] 4 tot
10 seconden aan en koppel ze vervolgens los.
Alle segmenten van het LCD-scherm [05] en de
waarschuwings-LED voor spanning [03] moeten
oplichten.
WERKING
SPANNINGSTEST
· Sluit beide testsondepunten [01][02] aan op
een voedingsbron.
Vanaf een spanning > 6V gaat de spanningstes-
ter automatisch aan.
De spanning wordt weergegeven op het LCD-
scherm [05].
4
Als u gelijkspanning meet, verschijnt 'DC' [G] op
het LCD-scherm [05]. De aangegeven polariteit
heeft betrekking op de punt van de spannings-
testsonde.
Als u wisselspanning meet, verschijnt 'AC' [G] op
het LCD-scherm [05].
Als de extra lage veiligheidsspanning wordt
bereikt of overschreden, licht de waarschuwings-
spanning [A] op.
De waarschuwings-LED voor spanning [03] gaat
branden als de extra lage veiligheidsspanning
(50V AC / 120V DC) wordt bereikt of overschre-
den. Als er geen batterijvoeding is of als het
hoofdcircuit uitvalt, hoort u ook een geluidssig-
naal.
Als u meet op een plek waar u niet meteen
zicht hebt op het LCD-scherm [05], drukt u op
de HOLD-knop [08]. Het apparaat bevriest de
gemeten waarde [D] op het LCD-scherm [05] en
stopt met continu te meten.
Druk opnieuw op de HOLD-knop [08] nadat u de
gemeten waarde hebt gelezen. Het apparaat be-
gint weer te meten en toont de huidige gemeten
spanning op het scherm.
ENKELPOLIGE FASETEST
De enkelpolige fasetest is alleen mogelijk als de
batterijen zijn geïnstalleerd en in goede staat