8. Accuspanning te hoog. Met deze optie schakelt u het relais AAN wanneer de accuspanning te hoog is. Zie Instellingen
accuspanning te hoog hieronder.
9. Druppellaad- of opslagstatus. Met deze optie schakelt u het relais AAN wanneer de acculader in de druppellaadstatus
staat.
10. Dagdetectie (panelen bestraald). Deze optie schakelt het relais AAN als de zonnepanelen energie leveren (dag/nacht
detectie).
11. Belastingsuitgang Met deze optie schakelt u het relais AAN en UIT volgens de instellingen die zijn gekozen in
"Belastingsuitgang" (4.2 hierboven): Belasting AAN = Relais aangeschakeld. Belasting UIT = Relais uitgeschakeld. Het doel
hiervan is om het BatteryLife-algoritme of Straatverlichtingsalgoritme te gebruiken voor de grotere modellen die geen speciale
belastingsuitgang hebben.
Instellingen bij te hoge paneelspanning
1. Te hoge paneelspanning. (Door de gebruiker gedefinieerde spanning)
2. Paneelspanning niet meer te hoog. (Door de gebruiker gedefinieerde spanning)
Deze optie schakelt het relais AAN wanneer de paneelspanning boven de gekozen instelling "Te hoge paneelspanning" komt en
schakelt het relais uit wanneer de paneelspanning onder de gekozen instelling van "Paneelspanning niet meer te hoog" valt. Zorg
er natuurlijk voor dat de instelling "Te hoge paneelspanning" hoger is dan de instelling "Paneelspanning niet meer te hoog". Deze
instellingen mogen nooit hoger zijn dan de maximale spanning die is toegestaan door uw MPPT-acculader.
Instellingen lage accuspanning
1. Acculaagspanningsrelais. (De standaardinstelling hiervoor is 10,00 V) (Er wordt uitgegaan van een 12 V-accu)
2. Acculaagspanningsrelais wissen. (De standaardinstelling hiervoor is 10,50 V)
Deze instellingen, die door de gebruiker kunnen worden gedefinieerd, zullen ervoor zorgen dat het relais wordt ingeschakeld
wanneer de accuspanning onder de gekozen instelling "Te lage accuspanning" daalt; en zullen ervoor zorgen dat het relais UIT
gaat wanneer de accuspanning opnieuw boven de instelling "Accuspanning niet meer te laag" stijgt. Zorg ervoor dat de instelling
"Te lage accupanning" lager is dan de instelling "Accuspanning niet meer te laag".
Een toepassing voor deze functie is bijvoorbeeld het automatisch loskoppelen van een lading om te voorkomen dat een accu te
diep ontladen raakt.
Instellingen accuhoogspanning
1. Accuhoogspanningsrelais. (De standaardinstelling hiervoor is 16,50 V) (uitgaande van een 12 V-accu)
2. Accuspanningsrelais niet meer te hoog. (De standaardinstelling hiervoor is 16,00 V)
Deze instellingen, die door de gebruiker kunnen worden gedefinieerd, zullen ervoor zorgen dat het relais wordt ingeschakeld
wanneer de accuspanning boven de instelling "Accuspanningsrelais te hoog" stijgt; en zullen ervoor zorgen dat het relais UIT
gaat wanneer de accuspanning onder de instelling "Accuspanningsrelais niet meer te hoog"" daalt. Zorg er natuurlijk voor dat de
instelling "Accuspanningsrelais te hoog" groter is dan de instelling "Accuspanningsrelais niet meer te hoog".
Een toepassing voor deze functie is bijvoorbeeld om een belasting los te koppelen om deze te beschermen tegen overspanning.
Algemene instellingen
1. Minimale tijd gesloten. (De standaardinstelling hiervoor is 0 minuten)
Met deze optie wordt de minimale tijd ingesteld voor de AAN-voorwaarde zodra het relais is ingeschakeld.
Een toepassing voor deze functie is bijvoorbeeld het instellen van een minimale looptijd van de generator.
Pagina 17
VictronConnect - MPPT-zonnelaadregelaars
Programmeerbaar relais