10.1
Accu
AANWIJZING
Kabelbrand- of kortsluitgevaar
Houd u zich aan de volgorde bij het afnemen en aansluiten van de klemmen.
De accu- resp. laadspanning is op het multifunctionele display afleesbaar.
Contact aan = accuspanning. Deze mag tijdens het startproces niet beneden de
●
10 Volt komen, anders moet de accu geladen worden.
Machine loopt = laadspanning van de alternator. De spanning moet tussen 13 en
●
14,5 Volt liggen.
10.1.1
Accu vervangen
1
2
3
Fig. 10-1 Los de klemmen
4
5
6
120
Los de (-) klem, en neem ze af (SW13).
Los de (+) klem, en neem ze af (SW10).
Los de houdhoek, neem hem af.
Neem de accu uit de machineruimte.
Plaats de nieuwe accu.
Sluit de accu aan.
Begin met de (+) klem.
6.1
ARX 2