Machinetype volgens Bijlage I uit 2000/14/EG: Individuele testen Conformiteit volgens Bijlage VIII uit ISO 9001 certificaat nr.: 30605 2000/14/EG: Gemeten geluidsniveau: 102dB(A) Lawaai-emissie: Gegarandeerd geluidsniveau: 106dB(A) Ammann Schweiz AG Fabrikant: Eisenbahnstrasse 25 Adres: CH-4901 Langenthal Handtekeningen: H. Queder Ch. Anliker Naam:...
Pagina 5
Voorwoord Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van uw Ammann-verdichtingswals. De kwaliteit van dit verdichtingsapparaat, dat wordt gekenmerkt door een eenvou- dige bediening en onderhoud, steunt op de jarenlange ervaring van de firma Ammann in de bouw van walsen. Omdat de leveromvang gericht is op de offerte, kan de uitrusting van uw wals bij enkele beschrijvingen en afbeeldingen afwijken.
Over deze bedrijfshandleiding Deze bedrijfshandleiding hoort bij de klantdocumentatie van de trilwalsen ARX 2. Het is een klantendocument van Ammann Schweiz AG en haar vertegenwoordigingen in andere landen. 1.1.1 Doelpubliek Het doelpubliek van deze bedrijfshandleiding is de gebruiker van de trilwals ARX 2 en zijn medewerkers, die de gebruiker belaste met het in gebruik nemen, het gebruik en het onderhoud.
Bij het verder verkopen van de wals bezorgt u de bedrijfshandleiding aan de nieuwe eigenaar. 1.1.6 Technische wijzigingen Ammann Schweiz AG behoudt zich in het belang ven de technische verdere ontwik- keling het recht voor, op elk moment zonder afzonderlijk bericht wijzigingen door te voeren aan dit klantendocument. Algemeen...
Bij het uitvoeren van gepland en niet-gepland onderhoud komt het voor, dat u bepaalde delen van de wals moet vervangen. Gebruik alleen vervangonderdelen, die voldoen aan de door Ammann Schweiz AG vastgelegde eisen. Het voldoen aan deze eisen is bij de originele vervangonderdelen van Ammann steeds gewaarborgd.
1.2.1 Oriëntering op de wals Bij het beschrijven van de onderdelen van de wals duiden we hun plaats op de wals aan. Daarbij houden we ons steeds aan de onderstaande oriëntering. boven links rechts onder Fig. 1-1 Oriëntering ARX 2 We bekijken de wals vanaf de plaats van de chauffeur, in de rijdrichting.
1.2.2 Waarschuwingen Hou rekening met de betekenis van de volgende waarschuwingen: GEVAAR GEVAAR staat voor een onmiddellijk dreigend gavaar, die leidt tot zware ● lichaamsletsels of de dood. WAARSCHUWING WAARSCHUWING staat voor een mogelijk gevaarlijke situatie, die kan leiden ● tot zware lichamelijke letsels of tot de dood.
Identificatie van de wals 2.1.1 Machinetypes De aangegeven data dienen voor de identificatie van de types. De typen verschillen alleen in gewicht en rolbreedte. Bij de combiwals bevindt zich op de plaats van de achterste vlakke bandage een as met banden. ARX 23 ARX 26 Tab.
Identificatie van de wals 2.3.1 Kenplaatje De wals werd ter identificatie van een kenplaatje voorzien. Het typeplaatje is aange- bracht op het achterste chassis onder de stuurkolom. Fig. 2-1 Informatie op het kenplaatje Omschrijving van de wals Walstype Naam en adres van de fabrikant Serienummer Bouwjaar Voertuig-identificatienummer (FIN)
Oordeelkundig gebruik 2.4.1 Gebruiksdoel van de ARX 2 De ARX 2 trilwalsen zijn universele walsen en bedoeld voor gebruik op kleine en mid- delgrote bouwwerven. Gebruik de wals ARX 2 uitsluitend voor het rijden op en het verdichten van: Normale bedrijfs- wijze Ongebonden lagen (aarde, grind en puin).
Eigenhandig ombouwen of modificaties aan de wals zijn omwille van veiligheidsre- denen verboden en leiden tot het vervallen van elke garantie door Ammann en ev. de CE-Richtlijn. Vervangen wissel- of slijtageonderdelen moeten voldoen aan de door Ammann vast- gelegde, technische eisen.
Arbeidsveiligheid algemeen De wals mag uitsluitend worden gebruikt voor het rijden op en het verdichten van ● ongebonden lagen (steenslag, aarde) en asfaltlagen. Elk ander gebruik is niet toegestaan. De walsen mogen alleen worden gebruikt met alle veiligheidsvoorzieningen. Ma- ● nipulaties aan de veiligheidsvoorschriften of het niet naleven hiervan, hebben het vervallen van de CE-conformiteit als gevolg.
Gebruik van de wals GEVAAR Rolgevaar door rijdende wals! • Neem de wals alleen in bedrijf vanuit de bestuurdersstoel. • Zo lang de wals in bedrijf is, mag zich niemand voor of achter de wals bevinden. • Personen die zich tijdens het bedrijf van de wals opzij daarvan bevinden, moeten een veiligheidsafstand aanhouden van minstens 1 m.
GEVAAR Levensgevaar door afglijden! • Draag steeds de veiligheidsgordel. Hij vormt samen met de rol- beugel een veiligheidssysteem dat uw leven kan redden. Denkt u om deze gevaren: • Effen vlakken hebben niet overal hetzelfde draagvermogen. • Onder het oppervlak kunnen zich holle ruimtes of grotere ste- nen bevinden.
Fig. 3-2 ROPS in bedrijf niet naar onder klappen WAARSCHUWING Gevaar op ongevallen door manipuleren aan de ROPS! Indien aan de ROPS niet gekwalificeerde wijzigingen of mani- pulaties worden uitgevoerd, is de veiligheid niet meer gega- randeerd. • Voer zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen aan de ROPS uit.
● Vervang beschadigde en onleesbare klevers en plaatjes meteen. ● Nieuwe klevers kunnen worden besteld bij Ammann Schweiz AG. ● Vanaf het ogenblik dat de klevers niet vanaf de eerste blik meten herkenbaar en begrijpelijk zijn, moet de machine tot er nieuwe klevers zijn aangebracht buiten gebruik worden geplaatst.
Pagina 33
Waarschuwingslabels Betekenis Met betrekking tot de wals: Tussen het voorste en het achterste deel van de wals. Gevaar: Gevaar op letsels. Verklaring: Houd u zich in deze omgeving alleen indien nodig en met en uiterste voorzichtigheid op. Met betrekking tot de wals: Koeler aan beide zijden.
Pagina 34
Waarschuwingslabels Betekenis Met betrekking tot de wals: Rem. Gevaar: Slijtage aan de parkeerrem. Verklaring: Bedien de parkeerrem alleen tijdens de stilstand. Bedien de noodstop alleen in stilstand of in geval van nood. Na het meermaals bedienen (vanaf 10 keer) van de parkeerrem terwijl de wals rijdt, moet een remtest worden uitgevoerd.
3.5.2 Informatielabels Tab. 3-3 Informatielabels op de machine Informatielabels Betekenis Met betrekking tot de wals:Op het achterste chassis, rechts vooraan. Benaming: Gegarandeerd geluidsniveau. Verklaring:Geeft aan hoeveel geluid de wals in het totaal veroorzaakt. Met betrekking tot de wals:Voorste chassis links. Benaming: Aflaat hydraulische olie.
Informatielabels Betekenis Met betrekking tot de wals:Op het voorste en het ache- trste chassis telkens rechts en links. Benaming: Afspanpunt. Verklaring:Punten op de wals, waarop sjormiddelen voor het bevestigen van de wals op het transportvoertuig wor- den aangebracht. Gevaar door trillingen 3.6.1 Trillingen over heel het lichaam De navolgend vermelde versnellingswaarden in de drie richtingen werden gemeten...
5.1.2 Controlelampjes Controlelamp Error Controlelampje laadtoestand accu (laadcontrole) Controlelampje motoroliedruk Controlelamp koelwatertemperatuur van de motor Controlelamp voor de temperatuur van de hydraulische olie Controlelampje voor noodstop Controlelamp dieselreserve Controlelampje voorgloeien Controlelampje voor remdruk Controlelampje parkeerverlichting Controlelampje dimlicht Controlelampje knipperlicht Meter brandstofpeil Teller bedrijfsuren Accuspanning Foutcodes...
5.1.3 Werking controlelampe De controlelamp Error licht op, van zodra de sturing een storing vaststelt. Gelijktij- Error dig wordt op het display een foutcode zichtbaar. Controleer de machine aan de hand van de foutcodetabel. Indien na deze controle de laadcontrolelampje blijft branden, moet u een specialist vragen het probleem op te lossen.
Pagina 45
U kon geen fout vaststellen: Vraag hulp van een specialist om het probleem op te lossen. De controlelamp Temperatuur hydraulische olie licht op, van zodra de olietempe- Temperatuur hyd- ratuur hoger wordt dan 85°C. Zodra de temperatuur 95°C overschrijdt, verschint raulische olie bovendien fout F32.
Pagina 46
Het controlelampje Parkeerverlichting brandt, zo lang het standlicht ingeschakeld Parkeerlicht Het controlelampje Dimlicht brandt, zo lang het dimlicht ingeschakeld is. Dimlicht Het controlelampje Knipperlicht brandt, zo lang het knipperlicht ingeschakeld is. Knipperlicht ARX 2...
Foutcode Boven de urenteller worden de actuele bedrijfstoestand en de door de sturing vast- gestelde fouten aangegeven. 5.2.1 Indicaties bij de in bedrijfname Indien de machine niet in bedrijf is, bijv. het zitcontact is niet gesloten, wordt aange- geven wat de in bedrijfname verhindert: Tab.
Pagina 48
Indica- Fout Gevolg Remedie Sensor olietempe- Temperatuurbeïnvloeding uitgeschakeld. Sensor, kabelboom en stekker ratuur van de RC controleren. PWM pomp Stilstand voertuig. Rijden in de rijrichting Magneet, kabelboom en stekker Vooruit achteruit mogelijk. van de RC controleren. PWM pomp ach- Stilstand voertuig. Rijden in de rijrichting Magneet, kabelboom en stekker teruit vooruit mogelijk.
Pagina 49
Tab. 5-3 Foutmelding BUS Indica- Gevolg Remedie Geen verbinding tussen stuurapparaat en display. De volgende Kabelboom, display-apparaat functies zijn niet beschikbaar: en stuurapparaat controleren. Waarschuwingslamp olietemperatuur. ● Remdruklamp. ● Waarschuwingslamp error. ● Waarschuwingszoemer zitcontact. ● Achteruitrijdalarm. ● Besproeiing. ● Nog stezeds beschikbaar via de rijdhefboomtoets ○...
In bedrijf nemen AANWIJZING Maakt u zich voor de eerste in bedrijfname vertrouwd met de bedrijfshandlei- ding. Om de wals in bedrijf te kunnen nemen (rijden), moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: Knikbeveiliging open. ● Motor gestart. ● Zitcontact gesloten. ●...
Pagina 53
Fig. 6-1 Ventiel brede banden ARX 2 In bedrijf nemen...
Rolbeugel (ROPS) GEVAAR Levensgevaar bij het overkop gaan van de wals • Klap de ROPS tijdens het gebruik omhoog. • Klap de ROPS uitsluitend voor het transport naar onder. 7.1.1 ROPS omhoog klappen Verwijder de splitpen. Verwijder de bouten. Leg de onderdelen op de achterste watertank of op de zitting. Ze moe- ten, gemakkelijk bereikbaar zijn bij het terug monteren.
WAARSCHUWING Gevaar op ongevallen door een niet geborgde ROPS! De ROPS kan vanzelf vallen van zodra hij zijn zwaartepunt overschreedt. • Ga bij het neerlaten van de ROPS er nooit onder staan. Bestuurdersstoel 7.2.1 Veiligheidsaanwijzingen GEVAAR Levensgevaar door afwijken! • Verstel nooit de zit van de chauffeur tijdens het rijden, u verliest de controle over de wals.
Fig. 7-2 Gevaar op letsels aan de voet 7.2.2 Chauffeursstoel verplaatsen AANWIJZING De bestuurdersstoel is belangrijk voor uw gezondheid. Stel de stoel in naarge- lang uw lichaamsbouw. Fig. 7-3 Bestuurdersstoel Rugleuning Gewicht Verstelling in de lengterichting Dwarsinstelling ARX 2...
Beweeg de hefboom naar onder of naar boven. Instelling rugleuning De hardheid van de vering kan geregeld worden, en aangepast aan het gewicht van de chauffeur. Draai aan de instelknop: Instelling gewicht Naar rechts: De veerkracht van de zitting wordt verkleind. Naar links: De veerkracht van de zitting wordt vergroot.
Fig. 7-4 Vandalismebescherming open / gesloten Motor starten 7.4.1 Contactslot PARK In deze stand kan het parkeerlicht worden ingeschakeld. De andere elektri- sche verbruikers zijn stroomloos. Alle elektrische verbruikers zijn stroomloos. Ontsteking aan Alle elektrische verbruikers kunnen worden ingeschakeld. Voorgloeien Starten 7.4.2 Motor starten...
AANWIJZING De controlelampjes voor de druk van de motorolie, het laden, remmen/aanvo- erdruk hydraulica lichten bij het inschakelen van de ontsteking op. Zodra de motor loopt, doven ze terug. Indien de buitentemperatuur lager is dan 0°C: Voorgloeien Draai de contactsleutel in stand II hou hem 15s in deze stand Draai hem door naar stand III.
7.5.2 Rijden Duw de rijdhefboom langzaam naar voor. Vooruit rijden De wals beweegt naar voor. Breng de rijdhefboom traag in de nulstand. Afremmen De wals wordt automatisch hydrostatisch afgeremd. Trek de rijdhefboom langzaam naar achter. Achteruit rijden De wals beweegt naar achter. Duw de rijdhefboom langzaam naar de nulstand.
Arbeidsversnelling / Transportversnelling De wals is met twee versnellingen uitgerust. Verdraai de schakelaar: naar links: het hydraulisch systeem schakelt over naar de stand “Transport- versnelling“. Het trillen kan niet ingeschakeld worden. De wals rijdt aan hoge snel- heid. naar rechts: het hydraulisch systeem schakelt over naar de stand “Werkver- snelling“.
7.9.1 Zitcontactschakelaar openen Indien de zitcontactschakelaar in bedrijf geopend wordt (de chauffeur staat recht), dan stopt de wals na een korte wachttijd van 0,7s. AANWIJZING De zitcontactschakelaar kan open gaan indien: • de chauffeur zich zijdelings naar buiten buigt en niet meer met zijn volle ge- wicht op de stoel steunt.
AANWIJZING Bij de optie "Pull-Push"-noodstop, veroorzaakt u de noodstop door trekken. Op deze toets ontbreken de richtingspijlen. 7.11 Parkeerrem De trilwals is voorzien van een automatische parkeerrem. De remmen van de rijmotoren werken: Indien de voedingsdruk onder 12 bar valt. ●...
7.12.2 Water bijvullen Open de tanksluiting van de watertank achteraan rechts. Gebruik voor het openen van de tanksluiting de contactsleutel van de wals. Vul de tank met water. Fig. 7-6 Watertankdeksel achteraan rechts 7.12.3 Continu sproeien inschakelen Draai de sproeischakelaar van Pos. 0 in Pos. 1. Op het dashboard 1 Het sproeien is ingeschakeld.
7.12.4 Intervalsproeien inschakelen Draai de sproeischakelaar van Pos. 0 in Pos. 1. Het sproeien is ingeschakeld. Indien u de schakelaar verder naar rechts draait. Het intervalsproeien wordt ingeschakeld. Pauzetijden: Draai de schakelaar traploos naar rechts, zo kunt u de duur van de sproeipauzes traploos wijzigen.
Druk op de rijdhefboom kort op de bovenste toets (1). In- uitschakelen Het trillen is ingeschakeld. Druk op de rijdhefboom nogmaals op de bovenste toets (1) Het trillen is uitgeschakeld. 7.14 Trilautomaat In automatisch bedrijf wordt het trillen bij een snelheid van meer dan 1-2km/h inge- schakeld en bij minder dan 1-2km/h uitgeschakeld.
Kantensnijdgereedschap GEVAAR Gevaar op letsels door omlaag komende snijd- of aandruk- plaat • Bij het omhoog nemen en het neerlaten van het kantensnijge- reedschap mag zich niemand binnen de gevaarlijke omgeving bevinden. Hou een veiligheidsafstand van minstens een meter aan. Fig.
8.1.2 Kantensnijdapparaat bedienen Bedien de kipschakelaar (1): Omhoog/Omlaag 1 Omlaag: Zo lang u rechts op deze schakelaar drukt, gaat het kantensnijdap- paraat naar beneden. Omhoog: Zo lang u links op deze schakelaar drukt, gaat het kantensnijdap- paraat naar omhoog. Druk op de knop „Besproeien“ (2). Zo lang u de knop indrukt, is de bespro- Besproeiing eiing van de rol ingeschakeld.
Pagina 72
Bewaren Bevestig indien een van beide platen niet in gebruik is deze aan de rechter zijde van de wals, op de daartoe voorziene houder. WAARSCHUWING Gevaar op kwetsuren! De plaat kan los komen, en omstaande personen kwetsen! • Controleer de bevestigingsschroeven bij het wisselen van de platen.
2 Rijdhefboom Fig. 8-3 2 Rijdhefboom Er kan steeds met slechts één rijdhefboom gereden worden. De ongebruikte rijdhef- boom moet in de nulstand staan. De bedieningsknoppen zijn steeds actief. Rijdhefboom rechts in de nulstand brengen Rijden met de rijd- hefboom links Rijden met de rijdhefboom links Rijdhefboom links in de nulstand brengen Rijden met de rijd-...
Waarschuwingslicht rondom 8.4.1 Waarschuwingslamp rondom inschakelen Verdraai de schakelaar: in stand 1: De waarschuwingsverlichting rondom is ingeschakeld. Eventueel is de wals uitgerust met een waarschuwingslamp rondom, maar ontbreekt de bijhorende schakelaar. In dit geval brandt het waarschuwingslicht rondom con- tinu, van zodra de contactsleutel in de stand II werd geplaatst. 8.4.2 Posities van de waarschuwingslichten rondom De waarschuwingslamp rondom bevindt zich, tijdens het gebruik achter, op de rol-...
Vervang de gloeilamp door een exemplaar van hetzelfde type en hetzelfde vermogen. Fig. 8-5 Vervangen van de gloeilamp AANWIJZING Het glas van de nieuwe gloeilamp niet met de vingers aanraken. De zweetvlek- ken op de handen kunnen op het glas inbranden en de levensduur van de lamp verkorten.
8.5.3 Transport met naar boven geklapte ROPS WAARSCHUWING Materiaalschade en gevaar voor het straatverkeer! De druk van de tegenwind kan het materiaal stuk of los en een gevaar betekenen voor het achterop rijdende verkeer. • Tijdens het transport op een open vrachtwagen moet u de vlak- ken verwijderen.
Accuschakelaar De batterijschakelaar onderbreekt de stroomtoevoer van de accu naar de wals. Schakel de batterijschakelaar uit indien de wals langer dan twee dagen niet wordt gebruikt. AANWIJZING Bij werkzaamheden aan de elektrische installatie altijd de stroomtoevoer on- derbreken. 8.7.1 Accuschakelaar in- /uitschakelen De accuschakelaar bevindt zich onder de kap boven de accu.
Pagina 78
Draai de rode sleutel van de batterijschakelaar naar rechts tegen de eindaans- Sleutel lag. afnemen U kunt nu de sleutel afnemen. Sluit het sleutelgat af met de bijhorende sluitdop. Fig. 8-9 Sleutel afnemen ARX 2...
Tractiehulp (koppelverdeler) De koppelverdeler zorgt voor de gelijkloop van het voorste met het achterste wiel en verhindert hierdoor het vrij doordraaien van een wiel. Deze functie is handig, om hellen te vermijden op ondergrond met weinig grip (bijv. het laden/lossen van de wals via een helling). Draai de schakelaar (1) op de rijdhefboomconsole naar rechts.
8.9.1 Scheidingsmiddel inschakelen Druk op de onderste toets (1) op de rijdhefboom. Het scheidingsmiddel wordt toegevoerd zo lang de toets ingedrukt blijft. AANWIJZING Het met water besproeien van de bandage wordt gestuurd vanaf het dash- board. 8.9.2 Voordelen van het scheidingsmiddel: Geen openrijten van de deklaag door de goede scheidingswerking.
8.10 1 punt-ophanging Indien uw wals met deze optie is uitgerust, kunt u voor het transport de wals, als alter- natief voor de 4-punts aan een éénpunts ophanging ophangen. GEVAAR Gevaar op letsels! • Breng voor het ophijsen van de wals de vergrendeling van het knikgewricht aan.
Veiligheidsaanwijzingen algemeen Onderhoud mag alleen door geschoold personeel worden uitgevoerd! Voer de onderhouds- en installatiewerkzaamheden aan de wals alleen uit bij een ● stilstaande en tegen wegrollen beveiligde machine. Beveilig de wals met de knikbeveiliging. ● Laat, voor u gaat werken een de hydraulische leidingen, de druk af. ●...
Pagina 85
GEVAAR Kans op zware letsels door intrekken van los aan het lichaam zittende kledingsstukken! • Open de motorkap alleen bij stilstaande motor. • Het is bij het zoeken van fouten aan bewegende onderdelen (motor of wals) niet toegestaan: halskettingen, armbanden, sjaals, dassen of andere losse kledingstukken te dragen.
9.1.1 Veiligheidsaanwijzingen accu GEVAAR Gevaar op ernstige letsels door uitgelopen accuzuur! Het zwavelzuur uit het elektrolyt van de batterij is giftig en zo- danig sterk, dat het gaten kan branden in kledingstukken. Als er zuurspatten in de ogen komen, dan kan dat leiden tot blind- heid van het slachtoffer.
Pagina 87
Na elk onderhoud moeten de bescherminrichtingen terug correct worden gemon- teerd. Onderhoud...
Afslepen Sleep alleen af in noodgevallen om de wals uit de gevaarlijke omgeving te verwijde- WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door onoordeelkundig afslepen! Houd u zich aan de volgende gegevens: • Maximale afsleepsnelheid: 1km/h • Maximale afsleepafstand: 10m • Transporteer de wals aansluitend verder met een vrachtwagen of een aanhangwagen.
Pagina 93
De beide schroeven dienen tevens als trekschroeven. Verwijder de beschermakppen (2) bij de voorste en de achterste rijdmotor. Fig. 9-2 Remblokken lossen / Beschermkap afnemen Plaats het remlosblok met een schroef op de rijdmotor vooraan links. Draai de schroef met de hand in. Draai de sleutel over ong.
Openen motorkap GEVAAR Kans op zware letsels door intrekken van los aan het lichaam zittende kledingsstukken! • Open de motorkap alleen bij stilstaande motor. • Het is bij het zoeken van fouten aan bewegende onderdelen (motor of wals) niet toegestaan: Halskettingen, armbanden, sjaals, dassen of andere losse kledingstukken te dragen.
Pagina 95
Aan de rechter en de linkerzijde van de wals bevindt zich een spansluiting. Los beide spansluitingen rechts en links. Open de kap met behulp van de greep op de linkerzijde van de kap. Hef de kap op met een lichte druk tegen het midden van de wals. Indien de kap defect is, vervang ze dan meteen.
Brandstof (diesel) 9.8.1 Brandstofpeil controleren Na het eerste oplichten van de controlelamp op het dashboard volstaat de inhoud Controlelampje diesel van de tank nog voor minstens 1/2 h. 9.8.2 Brandstof bijvullen Vul de brandstoftank slechts tot de onderkant van de vulopening met diesel. Elke dag voor het begin van de arbeid of van zodra de waarschuwingslamp gaat branden.
AANWIJZING Slechte dieselkwaliteit kan: • Het vermogen van de motor verminderen • De motor beschadigen AANWIJZING Zie voor verdere gedetailleerde informatie de bedrijfshandleiding van Yanmar. 9.8.3 Brandstof aflaten VOORZICHTIG Gevaar voor het milieu door bedrijfsmiddelen! • Zorg er voor dat er geen vloeistoffen in afvoeren, de bodem of het milieu komen.
Het water, dat zich onderaan de tank verzamelde, loopt eerst weg. Monteer de sluitschroef (1). Schroefverbindingen borgen met ERGO 4207 en handvast aanspan- nen, niet met draaimoment. Houd rekening met de tabel Aanspankop- pel: Aflaatopeningen/ Hydraulische tank, Pagina 117 9.8.5 Brandstof filterelement Fig.
Waterafscheiderelement (1) volgens onderhoudsplan reinigen. Filterelement reinigen Afsluitkraan (3) sluiten. op OFF zetten. Filterbehuizing (2) afschroeven. Filterelement (1) reinigen. Filterbehuizing(2) aanschroeven. Afsluitkraan (3) openen. op ON zetten. Motorolie 9.9.1 Controleren peil motorolie Controleer dagelijks het peil van de motorolie met de oliepeilstok. De oliepeil- Pielstok olie stok (1) bevindt zich aan de rechterzijde van de motor.
Fig. 9-11 Vulopening links en vulopening boven. AANWIJZING Om de bedrijfszekerheid van de motor op lange duur te waarborgen, mag er aan de motorolie geen toevoeging worden toegevoegd. 9.9.3 Motorolie aflaten De motoraflaat bevindt zich links, voor tussen het voorste en het achterste chassis. Stuur de wals volledig naar rechts.
De olie loopt meteen weg. 9.9.4 Verversen motoroliefilter Fig. 9-13 Motoroliefilter Filter (1) met de hand of met een filterband losdraaien De olie loopt meteen weg. Leg er best vooraf een poetslap onder. Oliefilter (2) vervangen Volledig filter terug opschroeven. 9.10 Hydraulische olie 9.10.1...
Fig. 9-14 Vulopening hydraulische olie AANWIJZING Hou rekening met de smeermiddeltabel in hoofdstuk 9.15. 9.10.3 Aftappen hydraulische olie AANWIJZING Laat de hydraulische olie alleen in warme toestand af. • De olie loopt dan beter. • Resten in de tank worden met de olie mee afgevoerd. Plaats een vat (inhoud minstens 30 liter) inder de hydraulische tapopening.
AANWIJZING Schroefverbindingen in de hydrauliche tank handvast aandraaien. 9.10.4 De koeler van de hydraulische olie reinigen Controleer de koelribben van de hydraulische olie-koeler op vervuiling en ver- stopping. Reinig de ribben met water, of blaas ze uit met perslucht. AANWIJZING Reinigen de koeler nooit met hoge druk (bijv.
Pagina 105
Plaats het nieuwe filterelement in de juiste positie. Let op de positie van de arreteernok. Draai het filterelement in uurwerkwijzerzin tot tegen de aanslag. Fig. 9-18 Hydraulisch oliefilter vervangen, stappen 4 tot 6 Olie de dichtring van het filterdeksel licht in. Breng het filterdeksel terug aan.
9.10.6 Ventilatiefilter vervangen Fig. 9-20 Luchtfilter Ventilatiefilter (1) volgens onderhoudsplan vervangen. 9.11 Watertank ledigen 9.11.1 Accessoires reinigen Reinig zo vereist de volgende delen: Watertank met vulzeef ● Waterfilter ● Sproeibuis met sproeikop ● 9.11.2 Watertank ledigen Schroef de schroefdop (1) van de water-aftapopening met een sleutel (SW32) Laat het water aflopen.
9.12 Koelwater Van in de fabriek is een koelwater-vorstmengsel tot -25° ingevuld. Bij temperaturen van lager dan -25° moet de vloeistof vervangen worden door een geschikt koelwater- vorstmengsel. 9.12.1 Koelwaterpeil controleren Controleer dagelijks het peil van het koelwater. Controleer dit terwijl de wals horizontaal staat en bij een koude motor. Het peil van het koelwater ziet u op de aanduidingen van het expansie- vat.
Fig. 9-23 Vulopening koelwater 9.12.3 Waterkoeler reinigen Controleer de koelribben van de watertank op vervuiling en verstopping. Reinig de ribben met water, of blaas ze uit met perslucht. AANWIJZING Reinigen de koeler nooit met hoge druk (bijv. een sterke waterstraal). Fig.
9.13.2 Schraper Span de schraper met de hand licht voor. Schraper voor rol 1 Fig. 9-25 Schraper Stel de schraper in met en tussenruimte van 3-5mm. De schaper voor banden Het scheidingsmiddel mag niet worden afgeschraapt. Fig. 9-26 Afstand schraper tot bandwielas 9.13.3 Bandenspanning Controleer de bandendruk bij de bandwielas.
9.13.4 Luchtaanzuigfilter Druk minstens één keer per week op de vuilafvoer van het luchtaanzuigfilter, Vuilaflaat om dit te reinigen van vuil. Fig. 9-27 Vuilaflaat Indien tijdens het gebruik van de wals op de vervuilingsindicatie (1) een rode Indicatie vervui- ring zichtbaar wordt, dan moet u: ling het luchtfilterpatroon reinigen.
Fig. 9-29 Luchtfilterpatroon Controleer de aanzuigopening op vervuiling. Aanzuigopening Reinig indien nodig de opening. Fig. 9-30 Aanzuigopening 9.13.5 Zitcontactschakelaar en noodstop Beweeg de rijdhefboom naar de nulstand. Neem plaats op de bestuurdersstoel. Start de motor. De remlamp (P) moet meteen doven. Remlicht (P) Sta op van de zitting.
AANWIJZING Bij vertraagd zitcontact moeten de controlelampjes Noodstopkring, Nulstand rijdhefboom en Zitcontact na 2s oplichten. 9.13.6 Remmen (remtest) Indien de wals zich, ondanks het gebruik van de parkeerremschakelaar, beweegt, Parkeerremsscha- kelaar moet u een remtest uitvoeren. Demonteer de remslang van de voorste rijdmotor van de voorste rol. Sluit het vrije uiteinde van de slang drukveilig af.
Indien u een wals heeft met een bandenas, gaat dit het best indien u de middelste Bandenas wielen uitbouwt. Controleert u hier beide motoren ineens. 9.13.7 Pendelsteun Controleer één keer per jaar de pendelsteun op overmatige speling. Hang de wals (centrale ophanging) aan een kraan. Door omhoog en omlaag brengen van de wals kan de speling nu worden gecontro- leerd (controle op zicht).
Pagina 114
Reinig de smeermiddelkop (1) voor het invetten. Sluit de smeerpomp aan op de smeernippel. Pers zoveel vet naar binnen, dat het zichtbaar uit het lager komt. Plaats de afdekking terug. Fig. 9-34 Stuurcilinder, posities smeernippel AANWIJZING Materiële schade door verhoogde slijtage! •...
9.15 Smeermiddelentabel Tab. 9-2 Smeermiddelentabel Synthetische hyd- Merk Hydraulische olie raulische olie op basis van esther HE ISO 2137 ISO VG 46 HVLP Norm ISO 15380 HEES DIN 51502 DIN 51524 T3 Plaats van Rijd- en trilhydrau- Rijd- en trilhydrau- gebruik lica lica...
Pagina 117
Schroefdiameter Aanspanmoment in Staalkwaliteit I-6kt 10,9 10,9 Tab. 9-5 Aanspankoppel: Cilinderschroeven met een lage kop en lensschroeven Schroefdiameter Aanspanmoment in SW I-6kt Staalkwaliteit 10,9 10,9 10,9 Tab. 9-6 Aanspankoppel: Halsschroeven Schroefdiameter Aanspanmoment in SW I-6kt Staalkwaliteit 12,9 Tab. 9-7 Aanspankoppel: Verzonken schroeven Schroefdiameter Aanspanmoment in SW I-6kt...
9.18 Wals reinigen Reinig na het einde van de arbeid de wals: van wezenlijke verontreinigingen. ● de onderste schrapers van afzetting. ● Reinig de machine minstens een keer per week grondig. Bij werkzaamheden op kle- verige ondergrond, cement- en kalkstabilisaties moet de volledige reiniging dagelijks worden doorgevoerd.
10.1 Accu AANWIJZING Kabelbrand- of kortsluitgevaar Houd u zich aan de volgorde bij het afnemen en aansluiten van de klemmen. De accu- resp. laadspanning is op het multifunctionele display afleesbaar. Contact aan = accuspanning. Deze mag tijdens het startproces niet beneden de ●...
Fig. 10-2 Accu vervangen AANWIJZING De accupolen en -klemmen moeten zuiver zijn. Indien ze een (witte of groene) sulfaataanslag vertonen, moeten ze worden gereinigd. 10.1.2 Accu met vreemde accu starten (overbruggen) Sluit de rode kabel aan op de (+) klemmen van de beide accu’s. Sluit een uiteinde van de groene of de zwarte kabel aan op de (-) klemmen van beiden accu's.
AANWIJZING De accupolen en -klemmen moeten zuiver zijn. Indien ze een (witte of groene) sulfaataanslag vertonen, moeten ze worden losgemaakt en gereinigd. 10.1.3 Accu met laadapparaat laden Koppel de accu los. Sluit het laadapparaat aan Denk om de handleiding van de fabrikant van het laadapparaat. Begin bij het aansluiten van de accu met de (+) klem.
10.2.1 Zekeringen motorcompartiment De zekeringen bevinden zich aan de rechterzijde van de motor, vooraan tussen motor en watertank. De nummers van de zekeringen zijn aangeduid op de zekeringkast. Vervang een defecte zekering (1) steeds door een zekering in goede staat (2) met dezelfde stroomsterkte (overeenkomstig de aanduiding op of de kleur van de zeke- ring).
Zekering nr. Sterkte Gezekerde stroomkring 10 A Display, knipperlicht, achteruitrijlicht 10 A Zetelverwarming Sturing 10 A Stuurapparaat, rijdpomp, remventiel, houdspoel 15 A Besproeiing 10 A Koppelverdeler, KSG 10 A Trilschakelventiel Remdrukschakelaar 25 A Zekering, koeling hydraulische olie 15 A Reserve Fig.
Pagina 125
Fig. 10-6 Dimlicht en parkeerlicht Los de stekker van het achterste deel van de lamp. Dimlicht Verwijder de beschermkap. Druk op het uiteinde van de bevestigingsklem, om haar te lossen. Vervang de defecte gloeilamp door een nieuwe van hetzelfde type en het- zelfde vermogen.
AANWIJZING Het glas van de nieuwe gloeilamp niet met de vingers aanraken. De zweetvlek- ken op de handen kunnen op het glas inbranden en de levensduur van de lamp verkorten. 10.3.2 Gloeilampen achter vervangen Achter heeft u rechtstreekse toegang tot de werkverlichting (1) en het achterlicht (2). Fig.
10.4.1 Gasdrukveer vervangen WAARSCHUWING Gevaar op ongevallen door vallende kap! • Beveilig de kap voor u de gasdrukveer vervangt. Plaats een stang onder de kap. ○ Bevestigen de kap bij de greep aan een kraan. ○ Hef de klemmen op met een schroevendraaier. Demonteren Trek de gascilinder weg van het kogelgewricht.
11.1 Opslaan 11.1.1 Korte termijn-opslag Breng de rijdhefboom in de nulstand. ● Beveilig de wals tegen onbevoegd starten en tegen onbeoogd wegrollen. ● Trek de contactsleutel af ● 11.1.2 Opslaan gedurende langere tijd Tab. 11-1 Opslaan gedurende langere tijd Hoof- Componenten te nemen voorzorgen dstuk...
11.2.1 Watertank en sproei-installatie ledigen De watertank en de sproei-installatie worden geledigd Los de snelkoppeling van de sproeislang. Druk de zwarte kunststof ring tegen de schroefverbinding. Trek de slang van de koppeling. Laat het water aflopen. Schakel nu het sproeien in. Laat de waterpomp kort lopen.
12.1 Transport GEVAAR Gevaar op letsels door oponthoud binnen het zwenkgebied (gevaarsgebied)! • Voor het ophijsen, bij het transport van de wals, moet de ver- grendeling van het knikgewricht (knikbeveiliging) worden aan- gebracht. 12.1.1 Knikbeveiliging Los het onderste deel van de knikbeveiliging (1). Knikgewricht blokkeren Trek eerst de spanveer (2) en daarna de arreteerpennen (3) uit.
12.1.2 Optillen aan de éénpunts-ophanging Breng de knikbeveiliging aan. Hijs de wals met een geschikte hijsinrichting verticaal op. Gebruik een geschikte hijsinrichting met dezelfde lengte als de ARX 2. De éénpunts-ophanging is voorzien op een WLL van 2,7 ton (working limit load). Fig.
Fig. 12-3 4-punts ophanging AANWIJZING De hijsinrichting (stalen kabel enz.) moet minstens een lengte hebben van 1.800mm. GEVAAR Levensgevaar door zwevende last! • Onder een vrij hangende last mogen zich geen personen be- vinden. AANWIJZING Indien u voor het transport de watertanks ledigt, vermindert het egwicht van de wals.
Fig. 12-4 Wals afspannen / zijaanzicht Fig. 12-5 Wals afspannen / bovenaanzicht VOORZICHTIG Gevaar op ongevallen door een geblokkeerde besturing! • Opent u voor het starten van de wals de klikbeveiliging. 12.1.5 Zwaartepunt Het voor het transport relevante zwaartepunt bevindt zich 710mm boven de grond en ongeveer in het midden van de wals, naargelang het peil in de olie- en de water- tank.
Pagina 138
Fig. 12-6 Zwaartepunt van de wals ARX 2...
13.1 Inleiding VOORZICHTIG Gevaar voor het milieu door bedrijfsmiddelen! • Zorg er voor dat er geen vloeistoffen in afvoeren, de bodem of het milieu komen. De wals moet oordeelkundig worden afgevoerd, vraag meer informatie ana uw erkende handelaar. 13.2 Demontage en drukafvoer van de gasdrukveer WAARSCHUWING Letsels aan de ogen! Omwille van de hoge binnendruk, kunnen spanen en olie uit...
Pagina 141
1. zaagsnede / boring 2. zaagsnede / boring ca.20mm Drukbuis Bodem Zuigerstang Fig. 13-1 Demontage en drukafvoer van de gasdrukveer 1. zaagsnede / boring: Ca. 20mm van de bodem de drukbuis open zagen / doorboren. 2. zaagsnede / boring: In de ril de drukbuis open zagen / boren. AANWIJZING Indien afvoer conform dit voorschrift niet mogelijk zou zijn, navraag doen bij uw erkende handelaar.
Pagina 155
Tabeloverzicht Documenten voor de ARX 2 ............14 Wals met rollen .
Pagina 156
Dieselspecificaties uittreksel uit de gebruikshandleiding van Yanmar Motor ....97 Smeermiddelentabel ............. . 115 Verbruiksmateriaal .