Inhoudsopgave
Advertenties
3.8. In dienst stellen
3.8.1 controle van opstarten waakvlam
1.
Start het toestel zoals beschreven in de gebruiksvoorschriften
2.
controleer dat de waakvlam blijft branden
3.
stop het toestel
3.8.2 Contrôle van de brander
1.
Start het toestel zoals beschreven in de gebruiksvoorschriften
2.
Start de brander zoals beschreven in de gebruiksvoorschriften
3.
controller dat de waakvlam de brander zachtjes start en dat deze blijf branden.
4.
doof het toestel helemaal
3.8.3 Test van gasdruk
Het toestel is ingesteld om het juist vermogen te voorzien, zoals aangegeven in de technische gegevens. Geen
aanpassing is daarna nodig. Controleer altijd de voordruk en branderdruk.
plaats de gaskraan op off
1.
Draai de gasdruknippel inkomende druk open(ongeveer 2 toeren) en plaats een gasdrukmeter op de
nippel.
2.
Controleer de waarde van de meting dat deze overeenstemt met de technische specificaties
3.
Doe deze test wanneer het toestel op vollast brand en ook wanneer enkel de waakvlam brand .
4.
Indien de druk te weinig is ,controleer of de leiding voldoende debied levert.
5.
Indien de gasdruk te hoog is ( meer dan 5 mbar ) mag het toestel geplaatst worden maar moet u de
gasleverancier contacteren.
6.
Draai de gasdruknippel brander druk open(ongeveer 2 toeren) en plaats een gasdrukmeter op de
nippel.
7.
Controleer de waarde van de meting dat deze overeenstemt met de technische specificaties
8.
De gemeten waarde moet binnen de +- 10% van de aangegeven waarde zijn in de specificaties van de
fabrikant .
Nota : Vegeet na deze testen de meetnippels terug aan te schroeven en te testen op gaslekken
25
Installatie voorschriften
Advertenties
Inhoudsopgave
