SETUP NAVIGATIE
1. Druk in het Startscherm
2. Bepaal de informatie die u op de navigatiebalk wilt kunnen selecteren.
– Snelheid
– Totaal besproeid gebied
– Werktijd
– Spoorfout
3. Selecteer op het scherm voertuig view navigatie, vanuit het tabblad OPTIES
VOOR NAVIGATIE EN GELEIDING
– Rechte AB-navigatie
– Navigatie Volgende geleider
– Geen navigatie
4. Creëer op het scherm voertuig view navigatie, vanuit het tabblad OPTIES VOOR
NAVIGATIE EN GELEIDING
5. Creëer een AB richtlijn
NAVIGATIESCHERMOPTIES
X Bewerkingsinventarisatie – druk op het pictogram VOERTUIG
midden van het navigatiescherm om de bewerkingsinventarisatie in of uit
te schakelen.
X Terugkeren naar punt
geleid naar een vastgesteld punt.
X De functie A+ Verplaats
richtlijn naar de huidige positie van het voertuig mogelijk.
X Sectiecontrole – bewerkingsinventarisatie in-/uitschakelen.
– Druk op pictogrammen LINKERSECTIES AAN/UIT
secties, beginnend vanaf de sectie aan de linkerkant, aan te passen.
– Druk op pictogrammen RECHTERSECTIES AAN/UIT om de secties,
beginnend vanaf de sectie aan de rechterkant, aan te passen.
X Transportmodus
/
– de transportmodus wordt aanbevolen wanneer
u zich tussen velden verplaatst; dit verhoogt de nauwkeurigheid van de
navigatiefuncties.
Navigatiebalk
Sectie aan/uit-bedieningselementen
op de knop NAVIGATIE
.
, Navigatiefunctie
, een grens
(alleen rechte AB-navigatie).
– stel een retourpunt in om terug te worden
– maakt het verplaatsen van de bestaande
Voertuig met real-time weergave van
actieve boomsecties
W Leeg vak – inactieve sectie
W Wit vak – actieve sectie
W Doorgestreept vak – uitgeschakelde
Tabblad Opties voor navigatie en geleiding
Dekkingsgebied
Navigatierichtlijnen
W Oranje – actieve navigatielijn
W Zwart – twee navigatielijnen links en rechts
Nr. 1
Nr. 2
Nr. 3
in het
Nr. 4
om de
Nr. 5
sectie
W Blauw – één toepassing
W Rood – twee of meer toepassingen
van de actieve richtlijn
MATRIX
430VF
®
98-05351-NL R3
iii