Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Voor het inschakelen: druk op het symbool
de hoofdschakelaar en de indicators van de kookzones
gaan branden. De kookplaat is klaar om te werken.
Voor het uitschakelen: druk op het symbool
van de hoofdschakelaar en de indicators van de kookzones
gaan uit. De kookplaat is uitgeschakeld. De restwarmte-
indicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld
zijn.
Aanwijzing: De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als
alle kookzones meer dan 15 seconden lang uitgeschakeld zijn.
Afstellen van de kookzone
Selecteer de gewenste vermogensstand met de symbolen
1 tot 9.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen
Vermogensstand 9 = maximumvermogen
Elke vermogensstand heeft een tussenliggende stand. Deze
stand wordt aangegeven met het symbool
programmeerzone.
Kooktabel
In de volgende tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
Smelten
Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing
Gelatine
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen)
Melk**
Worstjes verhit in water**
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie
Diepvriesgoulash
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappel-gehaktballen
Vis
Witte sauzen, bv. bechamel
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
22
De vermogensstand selecteren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1.
2.
%
. De indicator van
$
. De indicator
%
$
3.
in de
Û
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het symbool van
vermogensstand 0.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
De vermogensstanden beïnvloeden het kookresultaat.
Roer puree, gebonden soep en dikke sauzen af en toe om
tijdens het opwarmen.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
Druk op het symbool
$
van de overeenstemmende
kookzone.
De indicator
‹
.
‹
verschijnt.
Druk vervolgens op het symbool van de gewenste
vermogensstand.
De vermogensstand wijzigen: selecteer de kookzone en druk
vervolgens op het symbool van de gewenste
vermogensstand. Druk, om een tussenniveau te selecteren
op symbool
Û
dat zich bevindt tussen de symbolen van de
vermogensstand.
Vermogensstand
1-1.5
1-1.5
1-2
1.5-2.5
3-4
2.5-3.5
2.5-3.5
4.5-5.5*
4-5*
1-2
3-4
Kooktijd in minuten
-
-
-
-
-
5-15 min.
20-30 min.
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
8-12 min.