6 Productoverzicht
6.1 Product
2
3
4
5
6
1
LCD-scherm
3
AAN/UIT-knop
5
Startkabelaansluiting
7
USB-C®: ingang/uitgang
9
USB-A: uitgang
6.2 Display
B
C
D
A
Productaccu %:
opladen / ontladen / stand-by
C
OUT: Uitgang aangesloten
E
USB-C® aangesloten
G
BOOST:
Gereed om het voertuig op te starten
I
Waarschuwing, zie paragraaf:
Waarschuwingsmeldingen [} 12]
6.3 Startkabels
B
A
Startkabelstekker
C
Rode startklem (+)
7 Het product opladen
Tip:
Gebruik een snellader van 45W voor optimale oplaadprestaties.
Voorwaarden:
a
U hebt een geschikte stroomadapter.
11
1
7
8
9
2
BOOST-knop
4
DC-uitgang
6
Afdekking voor poorten
8
USB-A: uitgang
A
E
F
G
B
IN:
Ingang aangesloten
D
USB-A aangesloten
F
DC-uitgang aangesloten
H
Oplaad-/ontlaadvermogen
A
C
B
Zwarte startklem (-)
1. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde USB-C®-kabel aan op een stroomadapter.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB-C®-ingang van het product.
3. Druk op de knop
à
De accucapaciteit wordt weergegeven op de display.
à
De display schakelt UIT wanneer het opladen is voltooid.
8 Aansluiting
8.1 Voorbereiding voor aansluiting
Voordat u de kabels op een batterij aansluit:
■
Schakel alle voertuigelektronica uit (airco, verwarming, radio, verlichting enz.).
■
Zorg ervoor dat de contactsleutel zich in de stand "UIT" bevindt. Voor push-to-start ont-
steking, zorg ervoor dat het voertuig volledig UIT staat.
■
Controleer of de contactpunten van de batterij schoon zijn.
■
Maak uw voertuig klaar voor ontsteking (bijv. zet de versnelling in de parkeerstand en
trek de handrem aan).
8.2 Kabels aansluiten
Belangrijk:
Sluit de testkabels altijd in de juiste volgorde aan op de terminals.
1. Sluit de rode klem aan op de positieve (+) klem.
2. Sluit de zwarte klem aan op de negatieve (+) klem.
3. Beweeg de klemmen heen en weer om op een goede aansluiting te controleren.
8.3 De kabels loskoppelen
Als u klaar bent met het product:
1. Koppel de rode klem los.
2. Koppel de zwarte klem los.
9 Gebruik
Belangrijk:
Laad het product vóór het eerste gebruik volledig op. Zie paragraaf:
[} 11]
9.1 Het voertuig opstarten
H
Voorwaarden:
a
Het product is ten minste 50% opgeladen. Zie paragraaf:
I
a
Het voertuig is voorbereid voor de aansluiting. Zie paragraaf:
ting
[} 11].
1. Sluit de startkabels aan. Zie paragraaf:
2. Druk op de knop
3. Houd de knop BOOST ingedrukt totdat BOOST verschijnt op de display.
4. Start de voertuigmotor.
à
Er zal een alarm klinken in het geval dat er een beveiligingsmechanisme wordt geacti-
veerd. Zie paragraaf:
5. Koppel de startkabels los als de motor start. Zie paragraaf:
[} 11].
6. Als de motor niet start, schakelt u het contact UIT en herhaalt u stappen 3 en 4.
Belangrijk:
Laat de motor van het voertuig ongeveer 30 minuten draaien om de accu op te laden.
9.2 Powerbank
Voorwaarden:
a
Om dit product als powerbank te gebruiken, hebt u een geschikte oplaadkabel nodig.
1. Sluit het ene uiteinde van de laadkabel aan op uw mobiele apparaat en het andere uitein-
de op een uitgang van het product.
2. Druk op de knop
3. Koppel de kabel los wanneer het opladen is voltooid.
Opmerking:
DC-uitgangspoort
– De DC-uitgangspoort kan 15V 10A leveren.
– Gebruik deze met de meegeleverde aux-voedingsuitgang naar mannelijke DC-ka-
beladapter.
9.3 Led-licht
1. Houd de knop
2. Druk meerdere keren op de knop
→ knipperen → UIT.
om het opladen te starten.
Kabels aansluiten
om het product AAN te zetten.
Waarschuwingsmeldingen [} 12]
om het opladen te starten.
ingedrukt om de led AAN/UIT te schakelen.
om de modi te doorlopen: constant AAN → SOS
Het product opladen
Het product opladen
[} 11].
Voorbereiding voor aanslui-
[} 11].
De kabels loskoppelen