8.5. Externe versterker aansluiten
U kunt indien gewenst een externe versterker aansluiten, die de geluidsweergave
overneemt van het apparaat.
Sluit voor de geluidsoverdracht ook een audio-tulpkabel aan op de aansluiting
L / R O U T . Let erop dat de kleuren van de stekkers overeenkomen met de
kleuren van de aansluitingen.
8.6. Volume instellen
Draai de volumeregelaar op het apparaat voorzichtig met de klok mee of tegen
de klok in om het volume van het apparaat te verhogen resp. verlagen.
9. Phonomodus
Neem het beschermkapje van het element.
Als het controlelampje niet rood gaat branden, drukt u op de toets M O D E .
Leg een plaat op de draaitafel.
Wanneer u een single met grotere binnencirkel wilt afspelen, zet u eerst de
adapter ("puck") op de spindel.
OPMERKING!
Controleer of de plaat stofvrij is. Hiervoor zijn speciale
platenborstels, -doekjes en penselen verkrijgbaar in de
vakhandel.
Selecteer met de toerentalschakelaar het juiste toerental:
− 33 toeren per minuut voor langspeelplaten;
− 45 toeren per minuut voor singles;
− 78 toeren per minuut voor speciale singles.
Kies met de schakelaar A U T O S T O P of de plaat aan het einde van de
weergave automatisch moet stoppen (ON).
Ontgrendel de toonarm en til deze voorzichtig op.
Beweeg de toonarm een beetje over de rand van de plaat naar binnen, boven de
plek van waaraf u de plaat wilt afspelen. De platenspeler begint te draaien.
Plaats de toonarm voorzichtig op de plek van waaraf u de plaat wilt laten
afspelen.
Zet indien nodig de hendel voor het omlaag brengen van de toonarm naar
achteren. De naald staat op de plaat en de plaat begint te spelen.
Regel het volume met de volumeregelaar.
Afhankelijk van de instelling van de schakelaar A U T O S T O P , stopt de
draaitafel aan het einde van de weergave en blijft de toonarm in de eindpositie
staan.
14