Installtiehandleiding Autotrol 255 Logix 740-760 - Inbedrijfstelling
9. Draai vervolgens een kraan open die na de waterontharder is aangebracht. Laat de kraan
openstaan totdat er helder water uit stroomt. Voeg pekel toe aan de pekelbak.
7.1.2
Aanvullende tips
• Wanneer de controller de eerste keer wordt aangesloten, kunnen een knipperende zandloper
en de melding "Err 3" verschijnen. Dit betekent dat de controller bezig is om naar de
thuispositie te draaien. Wanneer "Err 2" wordt getoond, controleer dan of de frequentie van
de stroomtoevoer overeenkomt met de specificaties van de controller;
• de vooraf ingestelde standaard regeneratietijd is 2:00 AM;
• voeding: de wereldcontroller detecteert de stroomtoevoer en bepaalt welke instelling correct
is;
• De 700 serie controller kan zodanig worden geprogrammeerd dat op specifieke dagen van de
week wordt geregenereerd;
• als er geen elektrische voeding beschikbaar is, kan de nokkenas met de hand linksom
worden gedraaid indien de motor is verwijderd;
• De 700 serie controllers sturen commando's naar de motor voor het ronddraaien van de
nokkenas. Tijdens de regeneratiecyclus zijn echter druk en stroming van het water nodig om
daadwerkelijk terugspoeling, ontluchting en bijvulling evenals pekelaanzuiging te laten
plaatsvinden;
• Zorg ervoor dat de controller van de stroombron is ingeplugd. De transformator moet worden
aangesloten op een niet-geschakelde stroombron;
• u kunt vanaf het begin beginnen met programmeren door het resetten van de hoeveelheid
media, zie De controller resetten [
7.2
Desinfectie
7.2.1
Ontsmetting van waterontharders
De constructiematerialen van de moderne waterontharder ondersteunen geen bacteriële groei en
verontreinigen evenmin de watertoevoer. Tijdens normaal gebruik kan een ontharder echter
worden vervuild met organische stoffen of in sommige gevallen met bacteriën uit de watertoevoer.
Dit kan resulteren in een vreemde smaak of geur van het water.
Uw ontharder moet daarom na de installatie eventueel worden ontsmet. Sommige ontharders
vereisen een periodieke ontsmetting tijdens hun normale levensduur. Raadpleeg uw installateur
voor meer informatie over het ontsmetten van uw ontharder.
Afhankelijk van de gebruikscondities, het onthardertype, het type ionenwisselaar en het
beschikbare ontsmettingsmiddel kan een keuze worden gemaakt uit de volgende methodes.
7.2.2
Natrium- of calciumhypochloriet
Deze middelen zijn geschikt voor gebruik met polystyreenharsen, synthetische gelzeoliet,
groenzand en bentoniet.
5,25% natriumhypochloriet
Als sterkere oplossingen worden gebruikt, zoals middelen die worden verkocht aan commerciële
wasserijen, pas dan de dosering overeenkomstig aan.
48 / 78
→
Pagina 45].
Ref. MKT-IM-001 / E - 16.01.2023