5.6.1
Aan bovenkant gemonteerde klepinstallatie
De klep en de druktank mogen geen deel van het leidinggewicht ondersteunen. Daarom is het
verplicht om de leiding te bevestigen aan een stijve constructie (bijv. een frame, plaat, wand...),
zodat het gewicht ervan geen spanning uitoefent op de klep en de druktank.
• De bovenstaande schema's illustreren hoe de flexibele buisverbinding moet worden
gemonteerd;
• Om de tankuitzetting adequaat te kunnen compenseren, moeten de flexibele buizen
horizontaal worden geïnstalleerd;
• als de flexibele buisverbinding daarentegen in verticale positie wordt gemonteerd, dan wordt
niet de uitzetting gecompenseerd, maar wordt in plaats daarvan extra spanning op de klep en
de druktank uitgeoefend. Dit moet worden vermeden;
• De flexibele buisverbinding moet ook in rechte lijn worden gemonteerd en overmatige lengte
moet worden vermeden. Bijvoorbeeld 20 – 40 cm is voldoende;
• Een overmatig lange en gebogen flexibele buisverbinding brengt spanning op de klep en de
druktank over wanneer het systeem onder druk wordt gezet, zoals weergegeven in
onderstaande afbeelding: links de eenheid als het systeem niet onder druk staat, rechts de
eenheid als deze onder druk is gebracht, waarbij de flexibele buisverbinding zich probeert te
strekken en daarbij de klep omhoogdrukt. Deze configuratie is nog ernstiger bij gebruik van
semi-flexibele leidingen;
• Onvoldoende mogelijkheden voor verticale compensatie kan leiden tot verschillende soorten
schade, óf aan de schroefdraad van de klep die is aangesloten op de druktank óf aan de
schroefdraad met binnendraad van de druktank. In sommige gevallen is ook schade zichtbaar
aan de ingangs- en uitgangsverbindingen van de klep;
Ref. MKT-IM-001 / E - 16.01.2023
Installtiehandleiding Autotrol 255 Logix 740-760 - Installatie
200 mm flexibel
Steun aan de wand
27 / 78