Geavanceerde
faxfuncties
1
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Systeemmonitor
3
Rapporten en
lijsten
4
Problemen
oplossen
5
Bijlage
6
Inhoudsopgave
Index
6.
Druk op [
] of [
] om te selecteren hoe
vaak het apparaat het nummer zal kiezen en
druk vervolgens op [OK].
Voorbeeld:
A A N T A L
N U M . H E R H .
2 M A A L
U kunt de waarden ook met de numerieke toetsen opgeven.
7.
Druk op [
] of [
] om de tijdsduur
tussen de herhalingen (in minuten) op te
geven en druk vervolgens op [OK].
Voorbeeld:
I N T E R V A L
N U M . H E R H
U kunt de waarden ook met de numerieke toetsen opgeven.
8.
Druk op [Stop/Reset] om terug te keren naar
de stand-bymodus.
Kiezen via een huistelefooncentrale
Als het apparaat is aangesloten op een PBX, legt u de toets
[R] (Terugroepen) voor snelle toegang tot de buitenlijn vast.
De toets [R] (Terugroepen) opslaan
1.
Druk op [Extra functies].
2.
Druk op [
] of [
] om
<FAXINSTELLINGEN> te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
3.
Druk op [
] of [
] om <COMMUNICATIE>
te selecteren en druk vervolgens op [OK].
2 M I N
Terug
Vorige
4.
Druk op [
] of [
] om <R-TOETS
FUNCTIE> te selecteren en druk vervolgens
op [OK].
5.
Druk op [
] of [
] om <PBX> te
selecteren en druk vervolgens op [OK].
6.
Voer met de numerieke toetsen het
voorloopnummer (maximaal 20 cijfers)
in en druk op [OK].
Voorbeeld:
P R E - F I X
N R .
– U kunt [
] en [C] (Wissen) gebruiken om de cijfers een voor
een te verwijderen.
– Houd [C] (Wissen) ingedrukt om het volledige nummer te
verwijderen.
7.
Druk op [Stop/Reset] om terug te keren naar
de stand-bymodus.
BOVEN
Volgende
1-4