4.6.1. Montage inlaatcombinatie
ä
Let op!
Let op de stromingsrichting van het water door de
inlaatcombinatie. De richting is aangegeven met een pijl op de
inlaatcombinatie.
ä
Let op!
Plaats de aansluiting op de afvoer lager dan de trechter van de
inlaatcombinatie.
Houd rekening met de volgende voorschriften:
De expansie-uitloop van de inlaatcombinatie moet vrij in de
●
atmosfeer blijven. Alleen de trechter mag worden aangesloten
op de expansie-uitloop. Sluit geen slang of buis aan op de
expansie-uitloop.
De uitloop van de trechter moet loodrecht naar beneden gericht
●
zijn.
De leidinglengte tussen de inlaatcombinatie en de boiler mag
●
maximaal 2 meter zijn.
De stromingsrichting door de inlaatcombinatie is horizontaal of
●
verticaal van onder naar boven.
Montagepositie
1
Stel de inlaatcombinatie als volgt samen
a) Controleer of de inserts voor de knelkoppelingen van de
inlaatcombinatie aanwezig zijn.
Zonder de inserts mag de inlaatcombinatie niet worden aangesloten.
b) Plaats de inlaatcombinatie in de montagebeugel.
2
c) Zet de inlaatcombinatie vast in de montagebeugel met een tie-
wrap.
d) Plaats de trechter op de expansie-uitloop van de
inlaatcombinatie.
4.6.2. Aansluiten inlaatcombinatie
a) Schroef de flexibele slang 3/8" x 1/2" op de inlaat van de
inlaatcombinatie.
b) Bepaal de positie en plaats van de inlaatcombinatie en de
afvoeraansluiting in de montageruimte.
Zie tabel MONTAGEPOSITIE, afbeelding
Tip
Gebruik eventueel de tape op de achterzijde van de beugel als
hulpmiddel voor de positionering.
1
2
en
.
33