Aansluiting met gescheiden leidingen
•
Voor rooktemperaturen en -debieten, raadpleeg "Tabel technische gegevens" op pagina 59
C
53
= Luchtingang
Tabel 6- Typologie
Type
Beschrijving
C13
Horizontale aanzuiging en afvoer aan de wand. De ingangs-/uitgangseindstukken moeten ofwel concentrisch zijn, of voldoende
dichtbij elkaar om bloot te staan aan soortgelijke windomstandigheden (binnen 50 cm)
C33
Verticale aanzuiging en afvoer naar het dak. Ingangs-/uitgangseindstukken zoals voor C12
C53
Gescheiden aanzuiging en afvoer aan de wand of door het dak en in ieder geval in zones met verschillende drukwaarden. De
afvoer en de aanzuiging mogen zich niet op tegenover elkaar liggende wanden bevinden
C63
Aanzuiging en afvoer met gescheiden gecertificeerde leidingen (EN 1856/1)
Monteer het startaccessoire van fig. 35 op het toestel
om gescheiden leidingen te verbinden.
Controleer voordat u verdergaat met de installatie of de maximaal toegestane lengte niet wordt overschreden, aan de
hand van de volgende eenvoudige berekening:
1. Definieer het schema van het systeem van niet verdubbelde rookafvoerkanalen volledig, inclusief accessoires en
uitgangsklemmen.
2. Raadpleeg tabel 8 en bepaal de verliezen in m
sitie van de installatie.
3. Controleer of de totale som van het verlies minder is dan of gelijk aan de maximaal toelaatbare lengte in tabel 7.
26
fig. 34- Aansluitvoorbeelden met gescheiden leidingen
= Rookuitlaat
(equivalente meters) voor elke component, afhankelijk van de po-
eq
cod. 3542A012 - Rev 00 - 03/2024
BlueHelix HiTech RRT C
C
100
80
cod. 041082X0
fig. 35- Startaccessoire voor gescheiden leidingen
13
80
60
NL