BlueHelix HiTech RRT C
2. Installatie
2.1 Algemene regels
DE INSTALLATIE VAN DE VERWARMINGSKETEL MAG UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN SPECIFIEK
OPGELEID PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD, MET INACHTNEMING VAN ALLE INSTRUCTIES VAN DEZE
TECHNISCHE HANDLEIDING, VAN DE BEPALINGEN VAN DE GELDENDE WETGEVING, VAN DE VOORSCHRIF-
TEN VAN DE PLAATSELIJK EN LANDELIJK VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN, EN VOLGENS DE REGELS VAN GO-
EDE TECHNIEK.
2.2 Installatieplaats
Het apparaat heeft een geheel gesloten verbrandingscircuit ten opzichte van
B
de installatieomgeving, waardoor het toestel in elke ruimte kan worden geïn-
stalleerd (met uitzondering van garages of parkeerruimten). De installatie-
omgeving moet in elk geval van voldoende ventilatie voorzien zijn om te
voorkomen dat er gevaarlijke situaties ontstaan in geval van gaslekkages,
hoe miniem dan ook. Als dat niet het geval is, kan er verstikkings- en vergif-
tigingsgevaar bestaan, of gevaar voor explosie en brand. Deze veiligheid-
snorm wordt opgelegd door de EEG-richtlijn nr. 2009/142 voor alle
gasapparaten, ook voor de zogeheten apparaten met gesloten kamer.
Het toestel is geschikt voor werking in een gedeeltelijk beschermde omgeving (zie "Installatie op een gedeeltelijk be-
schermde plaats" op pagina 32).
In de ruimte van installatie mag er in ieder geval geen sprake zijn van ontvlambaar stof, ontvlambare voorwerpen of
materialen, of corrosieve gassen.
De verwarmingsketel is geschikt om aan een wand te worden opgehangen en is uitgerust met een ophangbeugel. De
bevestiging aan de wand moet stabiele en efficiënte ondersteuning van de generator garanderen.
Als het apparaat wordt ingebouwd of als er meubels naast worden gemonteerd, moet er ruimte worden vrij-
A
gehouden om de ommanteling te demonteren en de normale onderhoudswerkzaamheden uit te voeren
2.3 Hydraulische aansluitingen
Waarschuwingen
De afvoer van de veiligheidsklep moet worden verbonden met een trechter of een
B
verzamelleiding, om te voorkomen dat er water over de vloer loopt als er overdruk
in het verwarmingscircuit is. Indien dit niet gebeurt en de afvoerklep ingrijpt waar-
door de ruimte onder water loopt, kan de fabrikant van de verwarmingsketel niet
aansprakelijk worden gesteld.
Reinig, voordat u de installatie verricht, alle leidingen van het systeem zorgvuldig
B
om eventuele restmaterialen of vuil te verwijderen, die de goede werking van het
apparaat nadelig kunnen beïnvloeden.
In geval van vervanging van generatoren in bestaande installaties, moet het syste-
em volledig leeggemaakt worden en op geschikte wijze gereinigd van modder en
verontreinigingen. Gebruik daarvoor uitsluitend producten die geschikt en gega-
randeerd zijn voor thermische installaties (ref. volgende paragraaf), die geen ne-
gatieve invloed hebben op metalen, kunststoffen of rubber. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade aan de generator die
veroorzaakt wordt door het niet of niet goed reinigen van de installatie.
Verricht de aansluitingen op de overeenkomstige aansluitpunten en let daarbij op de op het apparaat aangebrachte
symbolen.
NL
cod. 3542A012 - Rev 00 - 03/2024
19