Inhoudsopgave
Advertenties
7.4
Controle hydraulische druk
De pompen hebben een ingebouwd overdrukventiel, dat olie wegvoert naar de verbruiker als de
druk de 160 bar overschrijdt.
Belangrijk: voordat u de druk gaat controleren, dient u er zeker van te zijn dat de
sleepschroeven zijn aangedraaid.
Bij het testen van de hydraulische druk, begint u met het meten van de druk van de hydraulische
pomp. Verwijder de hydraulische slang tussen de motor en de te meten pomp. Maak de
retourslang dicht, en monteer de T-aansluiting en testsmeerbus op de voorwaartse circulatie
waar de druk wordt gemeten. Zie schets hieronder.
Het meten van de druk doet u met een Honda-motor in vrijloop en met een voorwaartse snelheid
die is ingesteld op 50%. Als de pomp goed functioneert, meet u een druk tussen 160 en 180 bar.
Pomp
De richting op de afbeelding voor de voor- en achterwaartse circulatie geldt voor beide pompen.
Na controle van de druk van de pompen, kunt u de druk van
de motor controleren. Eerst monteert u de T-aansluiting en
testsmeerbus op de voorwaartse circulatie. Blokkeer de motor
door een stang of stuk hout in de kier tussen het trekwiel en
de rupsband te plaatsen.
Het meten van de druk van de Honda-motor doet u in
vrijloop, en met een voorwaartse snelheid die is ingesteld op
50%. Als de pomp goed functioneert, meet u een druk van 160 bar.
Bij het uitvoeren van de test, is het belangrijk dat de olie een temperatuur tussen de 40 en 50
graden heeft.
1.
Pressure = druk
Voorwaartse circulatie,
als machine vooruitrijdt
Achterw. circulatie, als
machine vooruitrijdt
Motor
Motor
geblokkeerd
Strana 38 / 58
Advertenties
Inhoudsopgave
