NEDERLANDS
2
1
2
1
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddellade.
2. Start het programma om water af te
voeren.
Het toevoerfilter en het klepfilter reinigen
Als het apparaat niet met water wordt
gevuld of als dit lang duurt, gaat het
indicatielampje van de startknop rood
knipperen. Controleer of het
watertoevoerfilter en het klepfilter verstopt
zijn (zie hoofdstuk "Probleemoplossing"
voor meer details).
Ga hiervoor als volgt te werk:
9. Zet het filter terug
in de speciaal
geleidingen door
hem met de klok mee
te draaien. Zorg
ervoor dat u het filter
goed vastdraait om
lekkage te
voorkomen.
10. Sluit het
pompdeksel.
• Schroef de slang van de machine.
Houd een oude doek bij de hand om
eventueel gemorst water te kunnen
opvegen.
• Reinig het filter in de klep met een harde
borstel or met een doek.
35°
45°
• Draai de waterkraan open.
Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure uit
zoals beschreven in de paragraaf 'Reinigen
van de afvoerpomp'. Maak de pomp zo
nodig schoon.
31
• Draai de
waterkraan dicht.
• Schroef de slang
van de kraan.
• Reinig het zeefje in
de slang met een
harde borstel.
• Schroef de
watertoevoerslang
weer op de kraan.
• Draai de
toevoerslang aan
de achterkant van
het apparaat naar
links of rechts om
de installatie te
vergemakkelijken.
Plaats de sluitmoer
op de juiste
manier om
waterlekkage te
voorkomen.