1. Slang
4.
Leid het vrije uiteinde van de slang langs de
achterkant van de cabine en lijn de slang uit met
de geribde fitting in de sproeiervloeistofpomp
(Figuur
23).
1. Voorkant van machine
2. Slang
De slang op de pomp aansluiten
1.
Lijn aan de sproeiervloeistoftank het uiteinde
van de slang uit met de slangpilaar in de
sproeiervloeistofpomp
Figuur 22
2. B-zuil (cabineframe)
Figuur 23
3. Geribde fitting
(sproeiervloeistofpomp)
(Figuur
24).
1. Motor van
g028020
sproeiervloeistofpomp
2. Geribde fitting
2.
Duw de slang zo ver mogelijk op de slangpilaar
(Figuur
24).
Opmerking:
deze dan korter in stap
de slang bevestigen (bladz.
De kabelboom bij de dakconsole
aansluiten
1.
Leid aan de dakconsole het kabelboomuiteinde
met de stekker met 2 pinnen voor de
sproeiervloeistofpomp door de opening in de
dakconsole
g027837
8
Figuur 24
3. Slang
Als de slang te lang is, maak
9
van
De kabelboom en
10).
(Figuur
25).
g027844