Figuur 36
1. Steunbeugel van bumper
2. Inbusbouten met rand (¼"
x ⅞")
4.
Lijn de openingen in de bevestigingsbeugel van
het sproeierreservoir uit met de openingen in de
onderste koplampsteun
Figuur 37
1. Inbusbouten met rand (¼"
x ⅞")
2. Opening (steunbeugel van
tank – modellen uit MD
serie)
g444050
3. Voorkant van machine
4. Rechterkoplamp
(Figuur
37).
g444051
3. Opening (onderste
koplampsteun)
5.
Bevestig de steunbeugel van de tank aan de
onderste koplampsteun met 2 inbusbouten met
rand (¼" x ⅞") die u hebt verwijderd in stap
(Figuur
37).
6.
Draai de 2 bouten vast met een torsie van 79
tot 147 N·cm.
De slang aan de ruitenwisser
aansluiten
1.
Leid aan de dakconsole 1 uiteinde van de slang
door de opening in de dakconsole
1. Opening (dakconsole)
2. Afdichtingsrubber
3. Slang
2.
Plaats het smalle uiteinde van de slangpilaar in
het uiteinde van de slang van de ruitenwisserarm
tot de slangpilaar niet meer verder kan
38).
3.
Plaats het brede uiteinde van de slangpilaar in
het uiteinde van de slang tot de slangpilaar niet
meer verder kan
De slang leiden
1.
Leid de slang naar de linkerkant van de
dakconsole langs het afdichtingsrubber aan de
voorkant van het cabineframe
13
(Figuur
Figuur 38
4. Geribde slangfitting
5. Slang (arm ruitenwisser)
(Figuur
38).
(Figuur
39).
3
38)
g027795
(Figuur