4105DL DIGITALE AARDINGSMETER - Handleiding
Sluit de adapter van de meetsnoeren voor nauwkeurige metingen niet aan op het netwerk of op een
circuit waarvan het potentiaal 33V rms overschrijdt, 46V (piekwaarde) of 70V DC; een blootgestelde
elektrode kan een elektrische schok veroorzaken.
De aansluiting van de meetsnoeren op klem E beïnvloedt de meetresultaten. De gespecifieerde
nauwkeurigheid kan niet verzekerd worden als u andere meetsnoeren gebruikt dan de meegeleverde
meetsnoeren.
6. Aan de slag gaan
Controle van de batterijspanning
1. Raadpleeg hoofdstuk 11. Batterijen vervangen en plaats de batterijen in het toestel.
2. Draai en stel de bereikschakelaar in een willekeurige stand, behalve op OFF.
3. Het batterijniveau verschijnt in de linkerbovenhoek van het display. De batterijspanning is uiterst
laag als het icoontje
ze te vervangen en verdere metingen uit te voeren.
Als het icoontje
is de nauwkeurigheid niet meer verzekerd, vervang de batterijen zodra dit icoontje verschijnt.
Het gebruik van AA alkaline batterijen is aanbevolen. Andere batterijen gebruiken kan een foutieve
batterijstatusindicatie geven.
7. Meting van aardingsweerstand
Met de functie aardingsweerstand kan men de aardingsweerstand van distributielijnen ,
kabelsystemen en elektrische toepassingen meten.
•Wees uiterst voorzichtig bij het meten van aardingsweerstand; een hoge spanning, 50V max, wordt
over de klemmen H (C) – E opgewekt.
•Geen spanning van 300V of meer aanleggen tussen de klemmen S (P) – E en tussen H (C)-E bij het
meten van aardingsweerstand.
•Geen spanning van meer dan 25V aanleggen tussen de meetklemmen bij het meten van
aardingsweerstand.
DANGER/GEVAAR
CAUTION/OPGELET
wordt weergegeven. Raadpleeg hoofdstuk 11. Batterijen vervangen om
verschijnt is de spanning lager dan de normale werkingsspanning; In dit geval
DANGER/GEVAAR