1.
Maak verbinding met het BMS via de
VictronConnect-app.
2.
Ga naar de instellingenpagina door
rechtsboven op het tandwieltje te klikken.
3.
Klik op het optiesymbool op de
instellingenpagina om naar de
productinformatie te gaan.
4.
Controleer of de nieuwste firmware
gebruikt wordt. Zoek naar de tekst: "Dit is
de nieuwste versie".
5.
Ga terug naar de instellingenpagina en
klik op het accutabblad om de huidige
firmwareversie van de accu te bekijken.
Als er meer dan één accu geïnstalleerd is,
selecteer dan de accu door te klikken op
het accunummer (rode cirkel)
6.
Als het BMS niet de meest recente
firmwareversie heeft, voer dan een
firmware-update uit. Raadpleeg de BMS-
handleiding voor details.
4.3. Initieel opladen vóór gebruik
4.3.1. Waarom de accu's voor gebruik geladen moeten worden.
Deze rubriek is alleen van toepassing als de accu's in serie geschakeld worden.
Lithiumaccu's zijn voor ongeveer 50 % geladen als ze verstuurd worden vanuit de fabriek. Dit is een verplichting voor veilig
transport. Door verschillen in transportroutes en opslag hebben de accu's echter niet allemaal dezelfde laadstatus als ze worden
geïnstalleerd.
Individueel opladen van nieuwe accu's voordat ze in serie geschakeld worden, verkort de laadtijd.
Het ingebouwde systeem voor accucelbalanceren is alleen in staat kleine verschillen in laadstatus tussen de accu's te
herstellen. Nieuwe accu's kunnen grote laadstatusverschillen hebben die niet gecorrigeerd kunnen worden als ze op die manier
geïnstalleerd worden, vooral als de accu's in serie geschakeld zijn. Houd er rekening mee dat verschillen in laadstatus tussen
accu's niet hetzelfde is als onbalans tussen celspanningen in een accu. Dit omdat de celbalanscircuits in de ene accu de cellen in
een andere accu niet kunnen beïnvloeden.
4.3.2. Hoe de accu's te laden voor gebruik
Gebruik altijd een door een BMS aangestuurde lader tijdens het individueel laden van lithiumaccu's.
Initiële laadprocedure:
1.
Als een accubank bestaat uit accu's die in serie geschakeld zijn om een hogere spanningsbank te maken, dan moet elke
accu eerst individueel geladen worden. Gebruik een specifieke lader of een omvormer/acculader met een BMS om het
initiële laden uit te voeren.
Alleen een enkele accu of een bank met parallel geschakelde accu's kan als één geladen worden.
Raadpleeg de BMS-handleiding voor het instellen ervan.
2.
Stel de acculader in op het laadprofiel zoals aangegeven in de
sectie.
3.
Zorg ervoor dat de accu, het BMS en de lader met elkaar communiceren. Controleer dit door één van de BMS-kabels los
te koppelen van het BMS en controleer of de lader wordt uitgeschakeld. Sluit vervolgens de BMS-kabel opnieuw aan en
controleer of de lader weer wordt ingeschakeld.
4.
Schakel de acculader aan en controleer of de acculader de accu oplaadt.
Let op dat, als er tijdens het laden een onbalans tussen de accucellen voorkomt, het BMS de acculader herhaaldelijk
kan in- en uitschakelen. De acculader wordt enkele minuten lang uitgeschakeld en dan opnieuw ingeschakeld voor een
korte tijdsperiode, voor opnieuw uitgeschakeld te worden. Wees niet ongerust, dit patroon wordt herhaald tot de cellen
gebalanceerd zijn. Als de cellen gebalanceerd zijn, dan schakelt de acculader niet uit tot de accu volledig geladen is.
Pagina 11
Lithium NG 25,6V battery handleiding
Laden van de accu en aanbevolen laadinstellingen [19]
2
3
4
5
Installatie