4.2 DE
SC2800
CENTRALE
DE BEDIENINGSELEMENTEN
1. PANIC
Met deze rode toets wordt direct het paniek
alarm ingeschakeld.
2. ARM HOME
Alarmfunctie voor als u thuis bent. Alle
deur/raamsensoren worden geactiveerd, terwijl de
bewegingsmelders uit blijven.
3. ARM AWAY
Volledig alarm. Alle sensoren worden geactiveerd.
4. BYPASS
Wanneer een sensor bij het inschakelen van het
alarm meldt dat er een probleem is
geconstateerd (b.v. raam open), dan kunt u ervoor
kiezen om deze sensor niet te activeren. U dient
dan tijdens de weergave van het tweetonige
'foutsignaal' de toets 'Bypass' in te drukken en
daarna het alarm opnieuw in te schakelen. De
zone-indicator van de betreffende sensor knippert
snel. Zodra het raam wordt gesloten, wordt de
bypass verwijderd en wordt de sensor weer in het
systeem opgenomen.
5. DISARM
Schakelt na het invoeren van de juiste 4 cijferige
toegangscode het alarm uit.
6. SYSTEEM INDICATOREN
Record - Brandt tijdens het opnemen en het
weergeven van de persoonlijke meldtekst
Jamming - Indicatie bij de herkenning van externe
stoorsignalen (zie 5.7)
Arm - Brandt wanneer het alarm is ingeschakeld
Battery low - Brandt wanneer de
noodstroombatterij van de centrale vervangen
moet worden
6
1
2
3
7
4
5
18
19
Power - Ter controle van de netvoeding PS500.
Brandt bij normaal bedrijf.
7. TOETSENBORD
Voor het programmeren en bedienen van het
beveiligingssysteem
8. UNIT ON/UNIT OFF
Voor het bedienen van Marmitek X-10 Home
Automation modules (zoals de LM12
lampmodule). Via het toetsenbord wordt eerst
het modulenummer ingetoetst. Daarna kan met
de Unit On/Unit Off toets de module aan en
uitgeschakeld worden.
9. BRIGHT/DIM
Voor het regelen van de sterkte van verlichting
welke is aangesloten op lampmodules. Via het
toetsenbord wordt eerst het modulenummer
6
9
8
10
11
20
21
ingetoetst. Daarna kan met de Bright/Dim
toets de verlichtingsterkte worden geregeld
(bright = feller, dim = zwakker).
10. ALL LIGHTS ON/OFF
Voor het inschakelen van alle lampmodules met
één druk op de knop (onafhankelijk van het
modulenummer) en voor het uitschakelen van alle
modules (zowel lamp- als apparaatmodules)
11. MICROFOON
Zeer gevoelige microfoon voor:
• Inspreken van de meldtekst
• Inluisteren in het beveiligde object via de
telefoon tijdens een alarmmelding
12. RUN 1, RUN2, INSTALL, THERM schakelaar
RUN1 - Alarm in normaal bedrijf
RUN2 - Alarm in normaal bedrijf. Als extra zal de
12
13
14
15
16
17
23
22
MARMITEK