5.2 DRAADLOZE
AFSTANDSBEDIENINGEN AANMELDEN
5.3 SIRENE UITSCHAKELEN (STIL ALARM)
OF INSCHAKELEN (ALARM MET SIRENE)
PROTECTOR28
Er kunnen maximaal 8 afstandsbedieningen bij het systeem worden aangemeld (KR21 en SH624).
Bij elke toetsdruk hoort u een bevestigingstoon.
1. Zet de modusschakelaar in stand INSTALL:
2. Druk op een alarm toets (b.v. DISARM) van de
1e draadloze afstandsbediening (b.v. KR21):
3. Druk op een alarm toets (b.v. DISARM) van de
2e draadloze afstandsbediening (b.v. SH624):
4. Hehaal deze stappen tot maximaal 8 afstandsbedieningen
5. Zet de modusschakelaar terug in RUN1 of RUN2:
U kunt uw beveiligingssysteem laten werken zonder sirene (alleen telefoonkiezer en verlichtingssturing). In geval van inbraak
zal de in de centrale ingebouwde sirene niet worden ingeschakeld (N.B. eventuele extra geplaatste sirenes blijven altijd
werken). In de fabrieksinstellingen staat de sirene aan. Bij elke toetsdruk hoort u een bevestigingstoon.
1. Zet de modusschakelaar in stand INSTALL:
2. Voer uw 4-cijferige toegangscode in
(fabrieksinstelling [0000] zie ook 5.8):
3. Druk op toets 4:
4. Druk op toets ENTER:
5. Druk op toets "0" voor stil alarm:
of druk op toets "1" voor alarm met sirene:
6. Zet de modusschakelaar terug in RUN1 of RUN2:
Alle Indicatoren van bezette zones branden
Er wordt geen zone bezet.
Er wordt geen zone bezet.
Indicatoren van de zones gaan uit.
Alle Indicatoren van de bezette zones branden.
Korte dubbele bevestigingstoon.
Korte dubbele bevestigingstoon.
Indicatoren van de zones gaan uit.
15