SATEL
K
3/K
4/K
NOP
NOP
NOP
G
N
EBRUIKERS
K
1 en 2/K
NOP
NOP
1. Start de geselecteerde functie.
2. Gebruik de
nummer in vanaf het.
3. Druk op de
De zone zal alleen worden toegekend aan de knop nadat de manager/gebruiker
toevoeg/wijzig functie is afgerond, bijv. Nadat u de functie verlaat door gebruik
te maken van de
drukken.
5.2 Toekenning van een zone aan de knop bij gebruik van het D
programma
In het D
X programma, kunt u zones toekennen aan een knop of combinatie van
LOAD
knoppen bij gebruik van het H
1. Klik op de L
EES
2. Klik op de geselecteerde gebruiker in de kolom corresponderend aan de knop of
combinatie van knoppen aan welk u de zone wilt toekennen.
3. Bij gebruik van het bediendeel, voer het nummer van de zone in die bediend wordt door
de knop en bevestig dit met de ENTER toets. De achtergrondkleur van het veld waar het
zone nummer wordt getoond wijzigt in roze.
4. Klik op de S
De achtergrondkleur van het veld waar het zone nummer wordt getoond wijzigt naar wit.
5.3 Configureren gebeurtenis regels bij gebruik van het LCD bediendeel
[INTEGRA 1.06 of later]
Activeren/ Deactiveren van gebeurtenissen door het indrukken van een knop van een
handzender is mogelijk door gebruik te maken van de RX
beschikbaar is bij het toevoegen/bewerken van de Manager. ([service code]
N
IEUWE
MANAGER
G
N
EBRUIKERS
gebeurtenissen
te
Gebeurtenissen zijn geactiveerd voor de ingegeven knop indien het
weergegeven in de bovenste regel.
De nieuwe regels mbt gebeurtenissen zal alleen effect hebben nadat het geheel
is gecomplementeerd nadat de functie wordt verlaten door middel van het
te toetsen en het te bewaren door het intoetsen van de
5.4 Configureren gebeurtenis regels bij gebruik van het D
programma [INTEGRA 1.06 of later]
Activeren/ Deactiveren van gebeurtenissen door het indrukken van een knop van een
handzender is mogelijk door gebruik te maken van het H
de handzender data is gelezen (zie sectie T
D
X
LOAD
PROGRAMMA
1. Klik op de kolom corresponderend met de knop/knopcombinatie voor de geselecteerde
gebruiker waarvoor u de gebeurtenissen wilt activeren / deactiveren.
2. Door gebruik te maken van de SPATIE balk, activeert u of deactiveert u de gebeurtenis
functie. Het genereren van gebeurtenissen voor de ingegeven knop is gedeactiveerd
1 en 2/K
1 en 3)
NOP
IEUWE GEBRUIKER
1 en 3).
en
toetsen, en selecteer een zone vanuit de lijst of voer het zone
toets.
toets en gemaakt gegevens te bewaren door de
ANDZENDER
knop. Het programma leest en toont de data van de module.
knop. De data wordt geschreven naar de module(s).
CHRIJF
/W
IJZIG
MANAGER
G
IEUWE
EBRUIKER
activeren/deactiveren,
).
INT-RX
of
toevoegen/wijzig
/W
IJZIG GEBRUIKER
INT-RX venster (zie: Fig. 2).
G
EBEURTENIS
/W
G
IJZIG
EBRUIKER
toets
een
OEVOEGEN
gebruiker
K
1/K
2/K
NOP
NOP
GEBEURTENIS
(RX)) of Gebruiker ([code]
G
EBEURTENIS
willekeurige
numerieke
toets.
LOADX
INT-RX scherm, nadat
ANDZENDER
H
ANDZENDER MET GEBRUIK VAN HET
7
([code]
3/K
4/
NOP
NOP
in te
X
LOAD
functie, welke
M
ANAGER
(RX)). Om de
toets.
symbool wordt
in