5. Verwijder de luchtgeleider.
6. Verwijder de 3 schroeven en de motor.
7. Verwijder de trillingsdemper (A).
8. Controleer de trillingsdemper op slijtage en
beschadiging. Vervang de trillingsdemper als deze
is versleten of beschadigd.
9. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
Controleer of de flens (B) in de groef van het
tandwielhuis staat.
OPGELET: Zorg ervoor dat u de
trillingsdemper monteert met de platte kant
in de richting van de motor.
1907 - 001 - 08.05.2023
B
A
Reparatie-instructies - 17