Eenvoudige problemen oplossen
Nuttige tips
2–2
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of
de software de onderstaande lijst met algemene suggesties voordat
u verdere actie onderneemt:
■
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend
stopcontact zijn aangesloten.
■
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje brandt.
■
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje op de monitor brandt.
■
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het
scherm donker is.
■
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u
een geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord goed.
■
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn
aangesloten.
■
Configureer de computer opnieuw nadat u een uitbreidingskaart
of een andere optie heeft geïnstalleerd die niet Plug en
Play-compatibel is. Zie "Problemen bij de installatie van
hardware oplossen" voor instructies.
■
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn
geïnstalleerd. Als u bijvoorbeeld een printer aansluit, installeert
u een printerstuurprogramma.
■
Verwijder alle diskettes uit de computer voordat u het systeem
inschakelt.
■
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het
besturingssysteem dat in de fabriek is geïnstalleerd, controleert
u of dit wordt ondersteund door uw systeem.
■
Als het systeem is voorzien van een AGP-kaart (alleen op
bepaalde modellen), moet de monitor worden aangesloten op de
monitorconnector van de AGP-kaart. De andere monitorconnector
is in dat geval uitgeschakeld. Als u de monitor toch op de andere
connector aansluit, zal de monitor niet werken.
Aan de slag