Systeemgeheugen toevoegen en de interne vaste schijf vervangen
✎
✎
3–6
4. Til de module uit het voetje.
Geheugenmodules toevoegen of verwijderen
5. Druk voor installatie van een geheugenmodule beide
vergrendelingen 1 van het DIMM-voetje tegelijkertijd naar
buiten. Lijn de uitsparing op de module uit met het lipje op het
geheugenvoetje. Duw de module stevig in het voetje 2, zodat
deze goed in het voetje zit. De vergrendelingen sluiten
automatisch als de module correct is geplaatst 3.
Als er slechts één geheugenmodule in het systeem wordt gebruikt,
moet deze in het voetje worden geïnstalleerd waar zich eerst de vooraf
geïnstalleerde geheugenmodule bevond.
6. Plaats het toegangspaneel weer terug.
Bij het opstarten wordt de geheugenuitbreiding herkend en wordt het
systeem automatisch opnieuw geconfigureerd.
Handleiding voor de hardware