Gaussmeter HGM09s Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 7 Seriële aansluiting
7.4.4.1 Commandostructuur
De commando's hebben over het algemeen een korte en lange vorm. In de volgen-
de beschrijvingen is de korte vorm in hoofdletters weergegeven. De aangehechte
lange vorm wordt in kleine letters geschreven. Alleen de karakters van de korte vorm
worden gecontroleerd op syntactische correctheid. Er wordt geen onderscheid ge-
maakt tussen hoofd- en kleine letters. Het zelfde geldt voor de parameters. Een pa-
rameter wordt altijd verzonden in lange vorm en in hoofdletters.
Voorbeeld:
Command PROBe:POTEntialcoil:LENGth?
Send
Send
Send
7.4.4.2 Padscheidingsteken „:"
Als een dubbele punt het eerste teken van een commandosleutelwoord is, dan is het
volgende commando een basiscommando. Als een dubbele punt tussen twee com-
mando's is geschreven, dan betekent dit een pad naar het volgende lagergelegen
niveau van de huidige commandoboom. Commando's moeten van elkaar geschei-
den worden door een dubbele punt. Je kan de dubbele punt aan het begin van een
commando weglaten, indien het commando de eerste is op een nieuwe programma-
regel.
7.4.4.3 Commandoscheidingsteken „;"
Verschillende commando's binnen dezelfde opdrachtregel worden gescheiden door
een puntkomma. Door de puntkomma wordt aangegeven dat het aangegeven pad
niet gewijzigd is. De volgende twee regels hebben dezelfde betekenis.
Voorbeeld:
:IO:DIG:LOGI:IN POS;:IO:DIG:LOGI:OUT NEG
:IO:DIG:LOGI:IN POS;OUT NEG
7.4.4.4 Parameterscheidingsteken „,"
Indien je meerdere parameters in commando nodig hebt, dan moeten ze gescheiden
worden door een komma.
Voorbeeld:
:PROB:SEAR:AREA 12,QMM
7.4.4.5 Het gebruik van tussenruimtes
Een parameter moet gescheiden worden van een commando door een tussenruimte
(tab of spatie). Tussenruimtes worden gewoonlijk enkel genegeerd in parameterlijs-
ten.
PROBe:POTEntialcoil:LENGth?
PROB:POTE:LENG?
PROB:POTEntial:leng?
Pagina 43 / 74