7.4 Werking via computerverbinding
7.4.1 Installatie op computer
Gebruik voor uitvoerige werking op een externe computer de CDC (Communication
Device Class) apparaatklasse uit de USB-specificatie. Deze apparaatklasse definieert
een virtuele seriële verbinding op de computer. Voor gebruikersprogramma's wordt
de gaussmeter een extra seriële verbinding. De werking kan getest worden met een-
voudige terminalprogramma's, zoals Hyperterm op Windows
besturingssysteem zou de installatie van een driver noodzakelijk kunnen zijn. Je vindt
meer gedetailleerde toelichting van deze driver in de driver installatiedocumenten.
7.4.2 USB verbinding dataformaat
Het dataformaat van de virtuele verbinding is van te voren gedefinieerd.
Een mogelijke aanpassing of verandering van de instelwaarden, zoals de gegevens-
overdrachtsnelheid etc., heeft geen effect. De gegevensstroom is opgeslagen in het
USB-protocol. De gegevens worden altijd verstuurd met de maximum mogelijke
snelheid.
7.4.3 Tekenset
De ASCII tekenset wordt gebruikt. De volgende stuurcodes worden gebruikt:
Teken
<LF>
<CR>
<ETX>
Andere stuurcodes kunnen worden gebruikt om een duidelijke opmaak te maken.
Ze zullen worden genegeerd.
7.4.4 Introductie tot de SCPI taal
De programmeertaal SCPI (Standard Commands for Programmable Devices) defini-
eert de manier waarop een meetapparaat (hier de gaussmeter) communiceert met
een besturingsapparaat. De SCPI taal gebruikt een hiërarchische structuur. De com-
mandoboom bestaat uit basiscommando's die bovenaan geplaatst worden en meer-
dere niveaus onder elk basiscommando. Je moet het hele pad specificeren om de
lagergelegen commando's uit te voeren.
Handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren
Pagina 42 / 74
Gaussmeter HGM09s Gebruikershandleiding
Octaal Decimaal
Hex
12
10
0A
15
13
0D
3
3
03
Hoofdstuk 7 Seriële aansluiting
. Afhankelijk van het
Functie
Eind van opdrachtregel
Nieuwe regel
Afbreken