Power Management (Energiebeheer)
Auto Power On (Automatisch
inschakelen)
Auto Power On Mode (Modus voor
automatisch inschakelen)
Auto Power On Date (Automatisch
inschakelen op datum)
Auto Power On Time (Automatisch
inschakelen op tijd)
Security (Beveiliging)
Op het tabblad Security (Beveiliging) wordt de beveiligingsstatus weergegeven. U kunt op dit tabblad de
beveiligingsfuncties van de computer beheren.
Tabel 8. Security (Beveiliging)
Supervisor Password Status (Status
supervisorwachtwoord)
User Password Status (Status gebruikerswachtwoord)
Set Supervisor Password (Supervisorwachtwoord
instellen)
User Access Level (Toegangsniveau gebruiker)
Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen)
Password Check (Wachtwoordcontrole)
Boot (Opstarten)
Met het tabblad Boot (Opstarten) kunt u de opstartvolgorde wijzigen.
Exit (Afsluiten)
In dit gedeelte kunt u standaardinstellingen opslaan, annuleren en laden voordat u System Setup afsluit.
56
Hiermee wordt automatisch
inschakelen van de computer in- of
uitgeschakeld.
Hiermee wordt de computer op een
geselecteerde dag automatisch
ingeschakeld.
Hiermee wordt de computer op een
geselecteerde datum automatisch
ingeschakeld.
Hiermee wordt de computer op een
geselecteerde tijd automatisch
ingeschakeld.
Hiermee wordt aangegeven of een
beheerderswachtwoord is toegekend.
Hiermee wordt aangegeven of een gebruikerswachtwoord
is toegekend.
Hiermee kunt u een beheerderswachtwoord instellen.
Hiermee wordt het toegangsniveau van de gebruiker
aangegeven.
Hiermee kunt u een gebruikerswachtwoord instellen.
Hiermee kunt u het wachtwoord controleren wanneer het
setupprogramma wordt gestart.
Standaard: Disabled (Uitgeschakeld)
Every Day ; Selected Day (Elke dag ;
Geselecteerde dag)
15
Hour: 0–23 ; Minutes: 0–59 ; Second:
0–59 (Uur: 0–23 ; Minuten: 0–59 ;
Seconden: 0–59)