Problemen oplossen
Probleem: armaturen schakelen bij aansluiting op de voedingsmo-
dule zelfs niet
Controleren
1
Controleer de voe-
dingsleiding
Probleem: Constantlichtregeling functioneert niet
Stap 1: DALI-aansluiting correct?
Controleren
1
Inschakelen en vervol-
gens dimmen met de
toets.
Inschakelen en dan
alter-
natief
dimmen met de af-
standsbediening.
2
Bij regeling van
individuele groepen of
offsetregeling:
Inschakelen en dan de
twee DALI-groepen
afzonderlijk handma-
tig dimmen met de
afstandsbediening (zie
bedieningshandlei-
ding).
Stap 2: Sensoraansluiting o.k. ?
Controleren
1
Uit- en opnieuw
inschakelen met de
netschakelaar.
Inschakelen en dan
alter-
natief
dimmen met af-
standsbediening
26
Negatief resultaat
Armaturen (inclusief masterarmatuur)
kunnen niet ingeschakeld worden hoe-
wel de voedingsleiding in orde is.
Stuurapparaat vervangen
Positief resultaat
Negatief resultaat
Armaturen dim-
Toetsleiding con-
men.
troleren, stuurlei-
2
ding controleren,
stuurapparaat
vervangen
Armaturen dim-
2,
men.
Stuurleiding con-
3
troleren
Armaturen ver van
Groepering via
venster dimmen
stuurleidingen
als groep 1, arma-
corrigeren (zie ser-
turen nabij venster
vicehandleiding).
als groep 2.
Positief resultaat
Negatief resultaat
LED in de sen-
Sensordatakabel
soreenheid brandt
vervangen, sensor
3 sec.
vervangen, stuur-
apparaat vervan-
gen
3
Stap 3: Lichtregelfunctie actief?
Controleren
Positief resultaat
1
Opening van de
Lichtsterkte verhoogt,
lichtsensor dicht
merkbaar binnen en-
houden.
kele sec.
4
Lichtsterkte verlaagt,
2
Zaklamp direct
merkbaar binnen en-
op de lichtsensor
richten
kele sec.
* Bij daglichtafhankelijke regeling met twee lichtsensoren (zie pagina
19) moet erop gelet worden dat de armaturen in het omgevingsbe-
reik van de desbetreffende sensor moeten dimmen.
Stap 4: Instelwaarde is niet correct.
Correctie
Controle positief
1
Instellen van de
Meting van de constante
gewenste waarde
verlichtingssterkte bij
overeenkomstig
invloed van ander licht/
servicehand-
daglicht
leiding (zonder
klaar
invloed van ander
licht/daglicht)
Stap 5: Sensoradressering correct?
Controleren
Positief resultaat
1
Sensor of sen-
Bij ruimte- of offsetre-
soren uitbouwen
geling: lichtsensor op
en positie van
adres 1, evt. bijkomen-
DIP-switch con-
de aanwezigheidssen-
troleren
sor op adres 3
Bij individuele regeling
van twee armaturen-
groepen: lichtsensor
in bereik van groep 1,
lichtsensor in bereik
van groep 2 op adres
2
Zie servicehandleiding of neem contact op met de technische
dienst van TRILUX.
Gelieve contact op te nemen met de technische dienst van TRILUX.
Negatief resultaat
3.2
3.2
(
4, extreem
hoge instelwaarde)
4
5
Negatief
6
Negatief resultaat
Correctie uitvoe-
ren, dan
3.2
7
7
27