3
Ga als volgt te werk als de pagina niet automatisch wordt uitgevoerd:
a
Zet de printer uit.
b
Trek stevig aan het papier om het te verwijderen.
Als u niet bij het papier kunt, opent u de voorklep van de printer, trekt u het papier er
voorzichtig uit en sluit u de voorklep.
c
Zet de printer aan.
Opmerking: duw het papier niet te ver in de printer.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
Als de afdrukkwaliteit onvoldoende is, moet u wellicht de marges aanpassen, de instelling voor
afdrukkwaliteit verhogen, de inktcartridges uitlijnen of de spuitopeningen reinigen.
U kunt de informatie in de volgende onderwerpen gebruiken om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Afdruk is te donker of bevat vlekken
•
Zorg dat het papier recht en ongekreukeld wordt ingevoerd.
•
Laat de inkt volledig drogen voordat u het papier aanpakt. U kunt ook extra tijd instellen
tussen de uitvoer van de afzonderlijke pagina's. Zie "Pagina's laten drogen" op pagina 11
voor meer informatie.
•
Zorg dat de papiersoort en het papierformaat in de printersoftware overeenkomen met het
papier dat in de printer is geplaatst. Zie "Printersoftware" op pagina 9 voor meer informatie.
•
Controleer of de juiste instelling voor afdrukkwaliteit is geselecteerd voor de papiersoort.
•
Reinig de spuitopeningen van de inktcartridges. Voer de procedure bij "Afdrukkwaliteit
verbeteren" op pagina 56 uit.
Verticale rechte lijnen zijn rafelig
U verhoogt als volgt de afdrukkwaliteit van verticale rechte lijnen in tabellen, randen en grafieken:
•
Selecteer een hogere afdrukkwaliteit.
•
Lijn de cartridges uit. Zie "Inktcartridges uitlijnen" op pagina 55 voor meer informatie.
•
Reinig de spuitopeningen van de inktcartridges. Voer de procedure bij "Afdrukkwaliteit
verbeteren" op pagina 56 uit.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
69