4 Montage
83058407 1/2019-04 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Stookoliebrander WL5/1-B H-2LN
4 Montage
4.1 Montagevoorschriften
Brandertype en arbeidsveld
Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn.
Brandertype en brandervermogen controleren.
Opstellingsruimte
Voor de montage ervoor zorgen dat:
de plaats voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7];
de verbrandingsluchttoevoer voldoende is, evt. verbrandingsluchtaanzuiging
installeren.
Warmetegenerator voorbereiden
De bemetseling 3 mag niet verder komen dan de recirculatiegleuf 5. De
bemetseling mag wel conisch (min 60°) verlopen.
Bij warmtegeneratoren met watergekoelde voorwand kan afgezien worden van de
bemetseling, voor zover de ketelfabrikant geen andere instructies geeft.
Na de montage, ringspleet 4 tussen vlamkop en bemetseling met onbrandbaar,
elastisch isolatiemateriaal vullen. Ringspleet niet bemetselen.
1
2
3
4
135 mm
206 ... 231 mm
1 Ketelplaat
2 Flensdichting
3 Bemetseling
4 Ringspleet
5 Recirculatiegleuf
18-76
60°
5
M8
45°
110 mm
130 ... 150 mm