3
Afdrukken
Kies een afdruktaak om verder te gaan.
Documenten afdrukken
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
1.
Controleer of de uitvoerlade open is.
2.
Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
Zie
"Afdrukmateriaal laden" op pagina 19
3.
Klik vanuit uw softwaretoepassing op de knop Afdrukken.
4.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
5.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
"Documenten afdrukken" op pagina 9
"Foto's afdrukken" op pagina 10
"Enveloppen afdrukken" op pagina 11
voor meer informatie.
Afdrukken
9