Een label afdrukken
Voer de tekst in om een enkel label
1
te maken.
Druk op
.
2
Druk op de snijknop en de
3
label wordt gesneden.
Verwijder het schutvel van de label
4
om de lijm zichtbaar te maken en
breng vervolgens de label aan.
Vertrouwd raken met de labelmaker
Maak uzelf vertrouwd met de mogelijkheden en de plaats
van de functietoetsen op de labelmaker. Zie afbeelding 1.
In de volgende paragrafen vindt u een uitgebreide uitleg
van elke functie.
Aan- en uitzetten
U zet de machine aan en uit met knop
wordt na tien minuten inactiviteit automatisch
uitgeschakeld. Bij het uitzetten van de printer wordt de
laatst gemaakte label onthouden en weergegeven na het
aanzetten van de machine: de vorige geselecteerde
stijlinstellingen worden hervat.
LCD-display
De display kan vier regels tekst tegelijkertijd weergeven.
Het aantal weergegeven tekens op elke regel varieert en
is afhankelijk van spatiëring.
Met de exclusieve grafische weergave van DYMO is de
meeste opmaak die u toevoegt meteen zichtbaar.
1
2
3
4
5
Aan de in zwart weergegeven functie-indicatoren
bovenaan en aan de rechterkant van de LCD-display
kunt u zien welke functie is geselecteerd.
Lettertype
1
Tekengrootte
2
Werkruimte
3
Gespiegelde tekst
4
Verticale tekst
5
Tekstuitlijning
6
Automatische
7
nummering
Indeling
Met de toets
geeft u de volgende submenu's weer:
Lettertype, Tekengrootte, Stijl, Randen, Spiegelen,
Verticaal, Uitlijning en Labellengte. De uitleg over deze
opmaakfuncties vindt u verderop in deze
gebruikershandleiding.
Tweedelig
schutvel
Afbeelding 6
. De machine
13
12
11
10
9
6
7
8
Streepjescode
8
Teken met accent
9
Shift
10
Hoofdletters
11
Batterij
12
Vaste labellengte
13
Tekengrootte
Met de toets
geeft u het menu Tekengrootte weer. De
uitleg over deze opmaakfunctie vindt u verderop in deze
gebruikershandleiding.
Invoegen
Met behulp van de knop
illustraties, streepjescodes, automatische nummering,
de datum en tijd of opgeslagen tekst invoegen op een
label. De uitleg over deze functies vindt u verderop in
deze gebruikershandleiding.
Instellingen
Met de toets
geeft u de volgende submenu's weer:
Taal, Maateenheden, Labelbreedte en Datum/tijd.
Hoofdlettermodus
Met de toets
schakelt u hoofdlettergebruik in of
uit. Wanneer de hoofdlettermodus aan is, wordt de
hoofdletterindicator op de display weergegeven, en
alle letters die u typt zijn hoofdletters. Wanneer de
hoofdlettermodus uit is, zijn alle letters kleine letters.
De standaardinstelling voor hoofdlettermodus is "Aan".
Shift
De toets
wordt gebruikt om een symbool te selecteren
Shift
dat op een numerieke toets staat. Wanneer u bijvoorbeeld
op de
drukt, wordt het cijfer 8 weergegeven op de
display. Als u echter op
er een apostrof (') weergegeven op de display.
U kunt de toets
ook gebruiken om de hoofdlettermodus
Shift
in en uit te schakelen voor één letter.
Backspace
De toets
verwijdert het teken dat links van de cursor
staat. U kunt de toets
af te sluiten zonder iets te selecteren.
Nieuw label/wissen
De
-toets geeft u de keuze tussen alle tekst, alleen de
tekstopmaak of allebei wissen.
Navigatietoetsen
U kunt een label bekijken en bewerken met behulp van de
navigatiepijltjes links, rechts en boven en onder. U kunt met
de navigatiepijltjes ook menuselecties doorlopen, en
vervolgens op
drukken om een selectie te maken.
Annuleren
Met de toets
kunt u een menu afsluiten zonder te
selecteren of een actie annuleren.
5
kunt u symbolen,
Insert
en dan op
drukt, wordt
Shift
ook gebruiken om een menu