Apparaat opstellen
Plaats de compressor op een vlakke ondergrond in een goed geventileerde, voldoende grote ruimte.
De ruimtetemperatuur mag niet meer dan 35 °C bedragen.
1. Verwijder de beschermende vullingen.
2. Schroef de bijgeleverde manometer op de compressor.
3. Verbind de verfspuit met de compressor door middel van de aansluitslang.
1
Ingebruikname van de compressor
Sluit de compressor op het stroomnet aan en schakel hem via de netschakelaar in (stand I). De com-
pressor bouwt zijn werkdruk op en stopt automatisch als de maximumdruk is bereikt (ca. 4 bar). Wordt
de compressor lucht ontnomen en onderschrijdt de luchtdruk in de compressor ca. 3 bar, dan start
de compressor weer, tot hij zijn maximumdruk opnieuw heeft bereikt.
Werkdruk instellen
De gewenste werkdruk kan aan de drukregelaar worden ingesteld. De indicatie van de werkdruk gebe-
urt aan de manometer.
1.
Trek de draaiknop uit.
2.
Druk verhogen: draai de draaiknop met de klok mee.
Druk verminderen: draai de draaiknop tegen de klok in.
3.
Als u de gewenste werkdruk hebt ingesteld, drukt u de draaiknop weer in.
1
20 NEDERLANDS
2
2
3
3
Ausgabe 07.1