Gebruik het apparaat niet in omgevingen waar gevaar
voor explosies bestaat. Hiertoe behoren bijvoorbeeld
tankinstallaties, opslagplaatsen voor brandstof en ruimtes
waar oplosmiddelen worden verwerkt. Ook in omgevingen
waar veel fijnstof voorkomt (bijvoorbeeld meel- of houtstof ),
mag dit apparaat niet worden gebruikt.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Gevaar voor beschadiging van het apparaat door
onjuist gebruik.
Plaats en gebruik alle componenten op een stabiele, vlakke
en trillingvrije ondergrond om te voorkomen dat het
apparaat valt. Sommige agressieve meubellakken kunnen de
rubberen pootjes van het apparaat aantasten. Leg eventueel
iets onder het apparaat.
Houd minimaal één meter afstand tussen het apparaat
en hoogfrequente en magnetische storingsbronnen
(televisietoestellen, luidsprekers, mobiele telefoons
enzovoort) om functiestoringen te voorkomen.
Stel het apparaat niet bloot aan extreme omstandigheden.
Vermijd:
– hoge luchtvochtigheid en vocht;
– extreem hoge en lage temperaturen;
– direct zonlicht;
– open vuur.
3.2. Stroomvoorziening
Sluit het apparaat alleen aan op een geaard stopcontact
met 100-240 V ~ 50/60 Hz. Neem als u twijfelt over de
stroomvoorziening op de plaats van opstelling contact op
met het energiebedrijf.
Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en goed toegankelijk zijn.
10