9. Microfoon aansluiten
De microfoon kan in elke modus worden gebruikt.
U kunt maximaal twee microfoons tegelijk gebruiken. Eén microfoon is
meegeleverd. Extra microfoons kunnen in de vakhandel worden aangeschaft.
Ga als volgt te werk om de microfoon aan te sluiten:
Schakel het audiosysteem eventueel uit.
Steek de microfoon in de gewenste microfoonbus MIC 1 of MIC 2.
Schuif bij de meegeleverde microfoon de aan-uitschakelaar in de positie ON
om deze in te schakelen.
Stel met de regelaar MIC VOL. het gewenste volume voor de microfoon in.
Druk op de toets ECHO om de echofunctie voor uw gesproken bericht door de
microfoon in te schakelen.
Op het display wordt ECHO weergegeven.
Druk opnieuw op de toets ECHO om de echofunctie uit te schakelen.
Schuif de aan-uitschakelaar van de microfoon na gebruik in de positie OFF.
Instructies voor het bedienen van microfoons van andere fabrikanten
zijn in de bijbehorende gebruiksaanwijzingen te vinden.
10. Apparaat uitschakelen
Zet de aan-uitschakelaar in de positie OFF om het audiosysteem uit te
schakelen.
In uitgeschakelde toestand verbruikt het audiosysteem nog steeds
stroom en de interne accu wordt opgeladen. Trek de stekker uit het
stopcontact om de voeding volledig te onderbreken.
11. Reiniging
Trek voordat u het apparaat gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het
stopcontact.
Gebruik voor het reinigen alleen een droge, zachte doek. Gebruik geen
chemische oplos- en reinigingsmiddelen, omdat deze het oppervlak en/of de
opschriften van het apparaat kunnen beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistof in het audiosysteem terechtkomt.
24