4.5 Condensatormodus
De Condensatormodus stelt de gebruiker in staat om
het
risico
te beoordelen of om te bevestigen of condensatie
al dan niet aanwezig is op een oppervlak.
De MMS3 kan worden gebruikt als een Condensator met
twee modi:
Oppervlaktetemperatuurvoeler (contactgebaseerd)-
4.5a
selectie en gebruik
Navigeer naar SELECTEER MODUS -> OPPERVLAK-
TETEMPERATUURVOELER en druk op
Oppervlaktetemperatuursonde modus te selecteren.
In deze modus meet de MMS3 de oppervlaktetemperatuur
met behulp van een externe Oppervlaktetemperatuur sonde
in de aansluiting geplaatst die in contact staat met het te
beoordelen oppervlak. Naast de Oppervlaktetemperatuur
sonde, sluit een Vochtigheid sonde aan op de MMS3
om de Condensatie status te tonen.
TDIFF is een nuttige functie bij het onderzoeken van
condensatie, omdat het de gebruiker vertelt hoeveel
graden een oppervlaktetemperatuur boven of onder
de heersende dauwpunttemperatuur ligt.
Oppervlaktetemperatuur IR (contactloos)- selectie
4.5b
en gebruik
In deze modus meet de MMS3 de oppervlaktetemperatuur
met behulp van IR-technologie. Sluit een vochtvoeler aan
op de bijbehorende aansluiting.
Houd de knop ingedrukt om de IR-thermometer in
te schakelen. Laat de knop los en druk er binnen
1 seconde nogmaals op om de LASER pointer in te
schakelen. De LASER pointer geeft het gebied op het
oppervlak aan waar de meting wordt uitgevoerd.
INS9800
van
condensatie
MMS3 Handleiding
op
oppervlakken
om de
11