Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Invertek Drives Optidrive E2 Handleiding pagina 13

Inhoudsopgave

Advertenties

Middelpunt
P-27
Frequentiesprong
Aanpassing
P-28
spanning U/Hz
curve
Aanpassen
P-29
frequentie U/Hz
curve
Herstart functie bij
P-30
aansturing via de
klemmen
Onthoudfunctie
snelheid bij
P-31
aansturing via het
bedienpaneel
Gelijkstroomremmen
P-32
bij stop
Vangfunctie (Alleen
bij S2 & S3)
P-33
Gelijkstroomremmen
bij start (S1)
Interne remchopper
P-34
activering
(niet mogelijk bij S1)
P-35
Analoge ingang
scalering
14
P-02 tot P-01
0 ... P-07
0 ... P-09
EdgE-r, Auto-0 .. Auto-5
0 : Minimale snelheid
1 : Vorige snelheid
2 : Minimale snelheid
(start via klem 1)
3 : Vorige snelheid
(start via klem 1)
0 tot 25.0s
0 : Niet actief
1 : Actief
0 : Niet actief
1 : Actief met softwarematige
beveiliging.
2 : Actief zonder beveiliging
0 ... 500.0%
www.hiflex.nl
Stel eerst P-09 in voordat deze parameter
0 Hz
wordt gewijzigd. Dit is het middelpunt van de
frequentiesprong hysterese (zie P-26).
Aanpassen motorspanning bij de frequentie
0
die is ingesteld bij parameter P-29. Zie blz.
16 voor een uitgebreide uitleg.
Aanpassen frequentie waarbij de ingestelde
0.0Hz
motorspanning (P-28) actief is. Zie blz. 16
voor een uitgebreide uitleg.
Edge-r : wanneer er spanning op de regelaar
wordt gezet en de digitale ingang 1 is
gemaakt (start commando) zal de regelaar
niet starten. Het start commando zal eerst
weg moeten worden genomen om opnieuw
een start commando te kunnen geven
Auto-0 : regelaar start altijd wanneer digitale
ingang 1 hoog wordt gemaakt (indien er geen
fout is).
Auto-0
Auto-1..5 : De regelaar zal 1..5 maal
proberen om automatisch te herstarten na
een fout (25s tussen de pogingen). Wanneer
de fout weg is zal de regelaar herstarten. Om
de herstart teller te resetten moet de
regelaar; spanningsloos worden gemaakt of
moet er op de restknop van de regelaar
worden gedrukt of moet de regelaar een
nieuw start commando krijgen.
Wanneer P-31 op 0 of 2 wordt ingesteld zal
de regelaar altijd starten met de minimale
snelheid.
Wanneer P-31 op 1 of 3 wordt ingesteld zal
de regelaar met de vorige snelheid starten
1
waarmee de regelaar draaide op het moment
dat het startcommando werd weggenomen.
Wanneer P-31 op 2 of 3 wordt ingesteld
bepaald de status van digitale ingang 1 het
start/stop commando. De start/stop knoppen
worden hierdoor uitgeschakeld.
Bij een waarde > 0 wordt het
gelijkstroomremmen bij stop geactiveerd. Het
0
gelijkstroomremmen wordt actief na een stop
(uitgescha-
commando bij de snelheid = 0. De kracht van
keld)
het gelijkstroomremmen is afhankelijk van de
instelling van parameter P-11.
Deze functie moet worden geactiveerd
wanneer de motor vrij uitloopt (P-05 =1). Bij
een start commando wordt de actuele
motorsnelheid gemeten en zal de regelaar
vervolgens deze snelheid gaan uitsturen. Dit
voorkomt overstroom fouten.
0
Bij bouwgrootte 1 is er geen vangfunctie
maar daarvoor in de plaats is er wel
gelijkstroomremmen bij start. Dit wordt door
deze parameter geactiveerd. De tijd van het
gelijkstroomremmen wordt ingesteld in
parameter P-32 en het niveau wordt ingesteld
in parameter P-11.
Softwarematige beveiliging geld voor de
standaard Invertek 200W weerstanden.
0
Voor alle andere weerstanden moet instelling
2 worden gekozen.
100%
Analoge ingang scalering, resolutie 0.1%.
Optidrive E2 Handleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave