Electric Power Generation
•
Vermogen:
het
naargelang van het type veldbekrachtiging
(3 typen).
- AREP: de elektronische spanningsregelaar
wordt gevoed door twee hulpwikkelingen,
die
onafhankelijk
spanningsdetectiecircuit.
De eerste wikkeling heeft een spanning
evenredig met die van de alternator en de
tweede een spanning evenredig met de
statorstroom.
- PMG: een generator met permanente
magneet (PMG), die is bevestigd aan de
alternator, voedt de regelaar met een
spanning die onafhankelijk is van de
hoofdwikkeling van de alternator.
- SHUNT: de spanningsregelaar wordt
gevoed door de hoofdwikkeling (140 V –
50/60 Hz).
Gebruik
voor
bekrachtigingstypen
zekeringen van 10A/250VAC, Mersen-
artikelnr. E084414P - MI6SA25V10/50 of
gelijkaardig,
gemonteerd
buitenkant van de D510C.
• Batterij: de batterij wordt gebruikt om 11V
tot 30V aan de spanningsregelaar te
leveren. Deze moet altijd aanwezig zijn.
De batterijvoeding moet worden
beschermd door een zekering van
1A met Mersen-artikelnr. A217028Q -
GDL1 of een gelijkaardige zekering.
• Netspanning: deze ingang is bestemd
voor het meten van de netspanning tussen
de fasen, die als referentiewaarde wordt
gebruikt bij het afstemmen van de spanning.
• Alternatorspanning: deze ingang meet
de uitgangsspanning van de alternator naar
de spanningsregelaar:
- bij driefasig bedrijf (U, V, W)
- bij eenfasig bedrijf (V, W)
8
Installatie en onderhoud
D510 C
Digitale spanningsregelaar
vermogen
varieert
zijn
van
het
alle
drie
de
twee
aan
de
• Stroomtransformator(s): deze ingang
meet de stroom die door de alternator wordt
geleverd. De transformator moet altijd
aanwezig zijn wanneer de alternator in
parallelwerking,
arbeidsfactor of blindvermogen of met
beperking van de statorstroom wordt
gebruikt.
• De mogelijke configuraties zijn:
- 1 stroomtransformator op fase U
- 3 stroomtransformators op de fasen U, V
en W
• Temperatuursensor(s): deze worden
gebruikt om de alternatortemperatuur te
meten en de gebruiker te waarschuwen bij
een temperatuurstijging. Deze meting kan
worden uitgevoerd bij 1 PTC of 3 PT100's.
• Communicatie:
- USB-poort: deze wordt gebruikt om de
spanningsregelaar aan te sluiten op een
computer en vormt de verbinding tussen de
EasyReg-software en de D510C.
- CAN-poort: deze wordt gebruikt om de
spanningsregelaar met een CAN-bus-
verwerker te verbinden voor de uitwisseling
van parameters met de D510C.
• I/O: dit onderdeel wordt gebruikt om:
- instellingen in te voeren
- informatie vanaf de D510C te verzenden
- informatie vanaf de alternator te ontvangen
• Leds: deze lichtuitstralende dioden laten
de gebruiker weten of de spanningsregelaar
(al dan niet) naar behoren functioneert.
4243 nl -
2019.02 / p
met
regeling
van