Bediening
Bediening
Drukontlastingsprocedure
Volg altijd de Drukontlastingsprocedure als u dit
symbool ziet.
Het systeem blijft onder druk staan totdat deze
handmatig wordt ontlast. Om ernstig letsel
veroorzaakt door vloeistof onder druk te voorkomen,
zoals injectie door de huid, opspattende vloeistof en
bewegende onderdelen, dient u de instructies onder
Drukontlastingsprocedure te volgen wanneer u stopt
met spuiten en voordat u de apparatuur reinigt,
controleert of er onderhoud aan pleegt.
1. Zet het pistool op de veiligheidspal. Raadpleeg de
afzonderlijke instructiehandleiding die bij het pistool
is geleverd voor veiligheidsfuncties en hoe u het
pistool op de veiligheidspal kunt zetten.
2. Schakel het toestel uit.
3. Maak de veiligheidspal los en haal de trekker van
het pistool over om de resterende vloeistofdruk te
ontlasten.
Houd een metalen gedeelte van het pistool
tegen een geaarde metalen emmer. Gebruik
de minimale druk.
4. Draai het vul-/drukontlastingsventiel (PR-ventiel)
naar de geopende positie (vulstand) om restdruk
te ontlasten.
6
ti15989a
ti16100a
5. Zet de veiligheidspal van het pistool weer vast
en sluit het vul-/drukontlastingsventiel.
Als de spuittip of slang verstopt zit, dient u de
bovenvermelde stappen 1 tot 5 te volgen. Houd
er rekening mee dat er verf in de emmer spuit als
u de druk ontlast in stap 4.
OPMERKING: als u vermoedt dat de druk niet is ontlast
vanwege een beschadigd vul-/drukontlastingsventiel of
om een andere reden, draai dan langzaam de tipmoer of
de slangkoppeling los om de druk te ontlasten.
Instellen
Aarding
De volgende onderdelen dient u altijd te aarden:
•
Spuitapparaat: sluit een aarddraad en klem
(meegeleverd) aan op een ware massa.
•
Vloeistofslang: gebruik uitsluitend geaarde slangen.
•
Spuitpistool of doseerventiel: aarding wordt
verkregen door de verbinding met een goed
geaarde vloeistofslang en pomp.
•
Het te spuiten object: conform de ter plekke
geldende voorschriften.
De slang en het pistool aansluiten
1. Verwijder de plastic dopplug van het stopcontact
en schroef een geleidende of geaarde spuitslang
van 3000 psi op de vloeistofuitlaat.
2. Sluit een airless spuitpistool aan op het andere
uiteinde van de slang. Installeer geen spuittip.
OPMERKING: gebruik geen schroefdraaddichtingsmiddel
op de wartelverbindingen: deze zijn zelfafdichtend.
ti16099a
332507E