k.
onderplaat
l.
batterij
3.
Volg de procedures in
De camera verwijderen
1.
Volg de procedure in
2.
Verwijder de volgende onderdelen:
a.
batterij
b.
onderplaat
c.
harde schijf
d.
WLAN-kaart
e.
geheugen
f.
toetsenbord
g.
polssteun
h.
beeldschermkabel
i.
systeemventilator
j.
moederbord
k.
stroomconnectorpoort
l.
beeldscherm
m.
montagekader van het beeldscherm
3.
Verwijder de camera als volgt:
a. Koppel de camerakabel los van de connector op de beeldschermmodule [1].
b. Til de camera weg van het beeldscherm [2].
De camera plaatsen
1.
Plaats de camera in de sleuf in het beeldscherm.
2.
Sluit de camerakabel aan op de connector op het beeldscherm.
3.
Plaats:
a.
montagekader van het beeldscherm
b.
beeldscherm
Nadat u aan de computer heeft
Voordat u in de computer gaat
gewerkt.
werken.
27