a. Verwijder de schroeven waarmee de warmteafleider aan het moederbord is bevestigd [1, 2, 3, 4,
5, 6].
b. Til en verwijder de warmteafleider uit de computer [7].
De warmteafleider plaatsen
1.
Plaats de warmteafleider en lijn deze uit met de schroefhouders op het moederbord.
2.
Draai de schroeven vast waarmee de warmteafleider aan het moederbord vastzit.
3.
Plaats:
a.
moederbord
b.
systeemventilator
c.
beeldschermkabel
d.
polssteun
e.
toetsenbord
f.
geheugen
g.
WLAN-kaart
h.
harde schijf
i.
onderplaat
j.
batterij
4.
Volg de procedures in
Het beeldscherm verwijderen
1.
Volg de procedure in
2.
Verwijder de volgende onderdelen:
a.
batterij
b.
onderplaat
c.
harde schijf
d.
WLAN-kaart
e.
geheugen
f.
toetsenbord
g.
polssteun
h.
beeldschermkabel
24
Nadat u aan de computer heeft
Voordat u in de computer gaat
gewerkt.
werken.