ander ontvlambaar materiaal bevindt.
Het apparaat moet tijdens het gebruik in
de gaten gehouden worden.
18.
OPGELET: De oppervlakken van het
apparaat kunnen warm worden tijdens
het gebruik. Risico van brandwonden.
19.
Gebruik de broodrooster alleen met
de kruimellade ingevoerd.
20.
De kruimellade moet regelmatig
schoongemaakt worden om brandgevaar
te vermijden. Om de kruimellade schoon
te maken, schuif hem uit zijn uitsparing op
de zijkant van het apparaat.
21.
Doe enkel onbelegde sneden brood
in (zonder boter, jam, enz.) in de
broodrooster. De sneden brood mogen
niet te dik zijn, anders zullen ze moeilijk
opspringen.
22.
OPGELET: Probeer sneden brood of
andere voorwerpen die eventueel blijven
steken zijn niet loskrijgen met een scherp
voorwerp zoals een mes, want het contact
met onderdelen die onder stroom staan