8
3.
Opsporen en verhelpen van fouten
3.1
Foutopsporingstabel
Probleem
De verlichting van de kookruimte werkt niet,
andere elektrische onderdelen van het apparaat
(bijv. het draaiplateau) functioneren wel.
De verlichting van de kookruimte werkt niet. Alle
andere elektrische onderdelen van het apparaat
functioneren evenmin.
De magnetron schijnt te werken, maar het eten
wordt niet warm.
De magnetron is even in werking, maar gaat dan
uit.
Het draaiplateau draait niet.
De vermogensschakelaar wordt geactiveerd.
Servicehandboek MW 800.0
Te testen punten
1.
Lampje doorgebrand.
2.
Defect contact tussen lamp en lampsokkel.
1.
De stekker heeft geen correct contact met
de contactdoos. Geen stroomvoeding.
2.
Zekering doorgebrand.
3.
Defect contact tussen zekering en zekering-
houder/-clip.
4.
Los deurscharnier, deur verkeerd ingesteld,
vergrendeling verkeerd ingesteld; daardoor
brandt de zekering door.
5.
Foutieve aansluiting UL-schakelaar.
6.
Kortsluiting in de stroomkring. Gloeidraad
van de lamp doorgebrand, hoogspannings-
condensator kortgesloten; daardoor brandt
de zekering door.
7.
Defect contact van de contacten of klemmen
van het bedieningselement of van de pri-
maire of secundaire vergrendelingsschake-
laar.
8.
Defecte hoogspanningsdiode.
1.
Defecte magnetron (draad defect, draad aan
aarde kortgesloten enz.).
2.
Aardleiding van de hoogspanningstransfor-
mator defect.
3.
Gloeidraad aan aarde kortgesloten.
4.
Gloeidraad beschadigd.
5.
Defect contact aan de magnetronklemmen.
6.
Defecte besturingselementen.
7.
Hoogspanningdiode beschadigd, er is een
brommend geluid te horen.
1.
Koelventilator geblokkeerd.
2.
Open motorkringloop van de koelventilator.
3.
Defect besturingsrelais van de koelventila-
tor.
1.
Defecte draaiplateaumotor.
2.
Draaiplateau-as vervormd.
1.
Hoge ondichtheid van de elektrische onder-
delen (meestal motor).
Uitsluitend voor intern gebruik