2 Veiligheid
2.1.2 Algemene waarschuwing
Lekstroom
De aardlekstroom van de VLT AQUA Drive FC 200 is groter dan 3,5 mA. Op basis van IEC 61800-5-1 moet een versterkte aardverbinding
(PE) worden gerealiseerd door middel van een koperen PE-draad van min. 10 mm², een aluminium PE-draad van 16 mm² of een extra
2
PE-draad – met dezelfde kabeldoorsnede als de netbedrading – die afzonderlijk wordt afgesloten.
Reststroomapparaat
Dit product kan gelijkstroom veroorzaken in de beschermende geleider. Bij gebruik van een reststroomapparaat (RCD) als extra be-
veiliging mag uitsluitend een RCD van type B (met vertraging) worden gebruikt aan de voedingszijde van dit product. Zie ook RCD
Toepassingsnotitie MN.90.Gx.02.
De aarding van de VLT AQUA Drive FC 200 en het gebruik van RCD's moet altijd voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
2.1.3 Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden
1.
Schakel de frequentieomvormer af van het net.
2.
Schakel de DC-busklemmen 88 en 89 af.
3.
Houd rekening met de wachttijd die in de sectie Algemene waarschuwing staat vermeld.
4.
Verwijder de motorkabel.
2.1.4 Speciale omstandigheden
Elektrische klasse:
De klasseaanduiding op het motortypeplaatje van de frequentieomvormer is gebaseerd op een standaard 3-fasen netvoeding, binnen het aangegeven
spannings-, stroom- en temperatuurbereik, die gewoonlijk zal worden gebruikt voor de meeste toepassingen.
De frequentieomvormer ondersteunt ook andere, specifieke toepassingen, maar deze zijn van invloed op de elektrische klasse van de
frequentieomvormer. Speciale omstandigheden die van invloed zijn op de elektrische klasse zijn onder andere:
•
Eenfasetoepassingen
•
Toepassingen voor hoge temperaturen waarbij een reductie van de elektrische klasse noodzakelijk is
•
Toepassing voor scheepsinstallaties met veeleisender omgevingscondities
Raadpleeg de betreffende secties in deze handleiding en de VLT AQUA Drive Design Guide voor informatie over de elektrische klassen.
Installatievereisten:
De algehele elektrische veiligheid van de frequentieomvormer vereist speciale installatieoverwegingen ten aanzien van:
•
Zekeringen en stroomonderbrekers voor beveiliging tegen overstroom en kortsluiting
•
Selectie van voedingskabels (net, motor, rem, loadsharing en relais)
•
Netwerkconfiguratie (IT, TN, één zijde geaard enz.)
•
Veiligheid van poorten met lage spanning (PELV-condities)
Raadpleeg de betreffende secties in deze handleiding en de VLT AQUA Drive Design Guide voor informatie over de installatievereisten.
8
MG.20.M7.10 – VLT is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA Drive
Bedieningshandleiding