6
Houd de aan-uitknop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
7
Verwijder de kap.
WAARSCHUWING:
chassis aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak
tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die
schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
WAARSCHUWING:
te voorkomen dat het systeem oververhit raakt.
WAARSCHUWING:
zijplaat aanwezig is.
Uw computer uitschakelen
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen hebt vervangen of teruggeplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt
aangesloten voordat u de computer inschakelt.
WAARSCHUWING:
U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die speciaal voor deze Dell-
computer is bedoeld. Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.
1
Plaats de batterij terug.
2
Plaats de onderplaat terug.
3
Sluit externe apparaten, zoals een poortreplicator of een mediastation aan en plaats alle kaarten, zoals een ExpressCard, terug.
4
Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING:
kabel vervolgens aan op de computer.
5
Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
6
Zet de computer aan.
8
Aan de computer werken
Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van het
Zorg ervoor dat u de kant met de koeleruitlaat van uw systeem ten minste 5 cm van de muur plaatst om
Uw systeem kan niet overdwars worden geplaatst. Zorg er bovendien voor dat er geen apparatuur op de
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de