Objecten of regelaar verschuiven
›
Een vinger op het beeldscherm op de weergave van een beweegbaar object
leggen, bijvoorbeeld op de "schuifregelaar" in een "scrollbalk".
›
De vinger zonder onderbreking over het beeldscherm bewegen. Het object
volgt de bewegingen, maar kan alleen binnen het vastgelegde gebied worden
bewogen.
›
Op de gewenste positie de vinger van het beeldscherm nemen.
›
Om het weergegeven menugedeelte te bekijken, de rechter schuifregelaar in de
scrollbalk geheel omlaag bewegen.
›
Als alternatief kan de schuifregelaar door het aantippen van de functietoetsen
en
op het beeldscherm omlaag en omhoog worden bewogen.
›
Een schuifregelaar in een instellingsbalk kan ook worden bewogen door op
of
te drukken.
-
+
"Terug naar het vorige menupunt"
Terugkeren naar het vorige menu is mogelijk door het indrukken van de functie-
toets
.
"Scrollbalken"
Een verticale balk in de rechter beeldschermrand met een schuifregelaar tussen
de pijltoetsen
en
wordt een "scrollbalk" genoemd. De scrollbalk geeft aan
dat meer menu-items zichtbaar worden als de schuifregelaar volledig naar bene-
den wordt bewogen.
"Waarde instellen"
In een instellingsmenu wordt een instelling of een waarde traploos gewijzigd. De
schuifregelaar verschuiven of op
ling te veranderen.
"Pop-upvenster"
Een functietoets met een pijl achter een andere functietoets toont de momen-
teel gekozen instelling, bijvoorbeeld
Op de functietoets
op het beeldscherm drukken. Er wordt een zogenaamd
Uit
"pop-up-venster" geopend, waarin diverse instellingsopties worden aangegeven.
Kort op de gewenste instellingsoptie drukken. Het pop-upvenster wordt gesloten
en de gekozen instelling wordt weergegeven. Om het pop-upvenster te sluiten
zonder de instelling te wijzigen in het pop-upvenster op functietoets
"Checkbox"
Voor een functie die alleen kan worden in- of uitgeschakeld, bevindt zich een zo-
genaamde "checkbox". Een vinkje in de checkbox geeft aan dat de functie inge-
schakeld is, een lege checkbox dat deze uitgeschakeld is.
of
drukken, om een weergegeven instel-
+
-
.
Bevestigingstoon
Uit
Voor het in- of uitschakelen eenmaal kort op de betreffende functietoets druk-
ken.
drukken.
5
Algemene aanwijzingen