3
Vul alle benodigde velden in en
kies
Opslaan
voerde gegevens op te slaan.
4
De pijltoetsen onder aan het scherm geven aan hoe u
kunt scrollen.
De betekenis van displaytekens
(pictogrammen)
Op het scherm van de mobiele telefoon kun-
nen maximaal acht regels met tekens en één
regel met pictogrammen worden weerge-
geven.
Met de pictogrammen wordt de status van
de telefoon aangegeven en onder welke
omstandigheden de telefoon werkt.
De volgende pictogrammen kunnen worden
weergegeven:
SIM-geheugen in gebruik
Telefoon-geheugen in gebruik ver-
wijst naar gegevens die van de tele-
foonboekkaarten afkomstig zijn.
GPRS-service.
Pictogram
aan dat er gegevenspakketservices
beschikbaar zijn.
Pictogram GPRS-verbinding. Ver-
schijnt wanneer een GPRS-verbin-
ding actief is.
Roaming.
wanneer de mobiele telefoon ver-
binding heeft met een ander net-
werk dan het thuisnetwerk.
Oproep doorschakelen. Geeft
aan dat inkomende gesprekken
permanent worden doorgescha-
keld. De beschikbaarheid van Op-
roep
doorschakelen
netwerkafhankelijk.
Alarmklok.
Pictogram Trilalarm.
Toetsenvergrendeling.
Lijn 2. Geeft aan dat de tweede lijn
in gebruik is (afhankelijk van het
abonnement).
Stille modus aan.
Microfoon uit.
Infraroodpoort. Geeft aan dat de
infraroodpoort actief is en dat er ge-
gevens kunnen worden ontvangen
via de infraroodpoort.
SMS (Short message service).
Wordt weergegeven wanneer er
een of meer SMS-berichten zijn ont-
vangen die nog niet zijn gelezen.
knippert als het postvak voor
SMS-berichten vol is en er geen
nieuwe berichten kunnen worden
opgeslagen. De beschikbaarheid
van SMS is netwerkafhankelijk.
om alle inge-
Geeft
Wordt
weergegeven
is
Voice mail. Wordt weergegeven
wanneer een voicemailbericht is
ontvangen en is opgeslagen in het
berichtengeheugen van het net-
werk. De beschikbaarheid van voice
mail is netwerkafhankelijk.
Uitgaand gesprek.
Inkomend gesprek.
Geheim nummer. Wordt weerge-
geven wanneer de beller niet toe-
staat dat zijn of haar identiteit
wordt vrijgegeven.
Onbeantwoorde oproep. Wordt
weergegeven wanneer een inko-
mend gesprek niet is beantwoord.
Indicator batterijlading. Staat
altijd op het display en geeft aan
hoever de batterij is opgeladen. Er
worden vijf niveaus weergegeven:
van vol (5 balkjes)
leeg
(één balkje). Als alle
balkjes leeg zijn, moet de mobiele
telefoon worden opgeladen.
Signaalsterkte. Er zijn vijf signaal-
sterkteniveaus. Hiermee wordt de
sterkte van het ontvangen signaal
aangegeven. Hoe meer balkjes, hoe
sterker het signaal. Als er geen con-
tact kan worden gemaakt met het
netwerk, wordt er geen pictogram
voor signaalsterkte weergegeven.
Pictogram Tegic-invoer.
Pictogram Multitap-invoer.
Nieuw evenement. Wordt in de
stroombesparingsmodus
geven om aan te geven dat zich een
nieuwe gebeurtenis heeft voorge-
daan.
i-mode-menu Wordt tijdens het bla-
deren in het i-mode-menu weergege-
ven om aan te geven dat u door op
te drukken meer opties kunt vin-
den.
Nieuwe e-mail. Wordt weergege-
ven wanneer één of meer e-mailbe-
richten zijn ontvangen die nog niet
zijn gelezen.
Nieuwe e-mail op server. Als de
ontvangst van e-mail op automa-
tisch is ingesteld, wordt met dit pic-
togram aangegeven dat het Postvak
IN vol is.
Het pictogram Postvak IN geeft
aan dat er nieuwe ontvangen be-
standen in het Postvak IN staan.
Pictogram Push-berichten , geeft
aan dat er nieuwe push-berichten
zijn ontvangen.
Pijltoetsen. Met deze pictogram-
men, die tijdens het gebruik van de
menu's
worden
weergegeven,
wordt aangegeven dat het menu
meer functies bevat, die u kunt op-
roepen door op
,
te drukken.
tot bijna
weerge-
of
,
13